Een tweetalige gemeente

Stel je een stad en een gemeente voor waar alle inwoners elkaar begrijpen. Waar Franstalige en Nederlandstalige kinderen dezelfde scholen bezoeken en de twee belangrijkste talen van het land leren. Waar jongeren van alle achtergronden dezelfde ontspanningsplaatsen (sportclubs, jeugdhuizen, culturele centra…) bezoeken en beide grote nationale talen spreken. Waar onze kinderen naar crèches gaan waar ze al vroeg beide talen leren. Waar werknemers geen discriminatie op basis van taal ondervinden op de arbeidsmarkt, omdat ze beide nationale talen kennen. Een droom? Nee, het is perfect haalbaar.

Wat wij willen

Eén. Tweetalig onderwijs, voor de toekomst van onze kinderen

  • We garanderen lessen in de tweede taal voor al onze leerlingen en creëren een reserve van leraren met eigen middelen.
  • We creëren meerdere tweetalige scholen – immersie– in onze gemeente. "Wij zijn één, wij zijn één." Tweetalig onderwijs werkt en vergemakkelijkt het leren, ongeacht de moedertaal en de sociale achtergrond van de leerlingen. Bovendien verhoogt tweetaligheid de kans op een baan.
  • We willen een gemeentepact opstellen dat immersiesonderwijs als recht vastlegt en dat zich actief inzet voor de promotie van tweetaligheid en immersiesonderwijs in het school-, culturele en sportaanbod.
  • We willen dat de gemeente financiële steun vraagt die zou worden verleend als zij zich ertoe verbindt systematisch de immersiemethode in haar scholen te ontwikkelen.
  • We willen een gemeentelijke pool die scholen helpt gemakkelijker Nederlandstalige en Franstalige leraren uit te wisselen voor immersielessen.
  • We willen een gemeentelijk plan dat actief streeft naar de algemene invoering van immersieonderwijs in alle scholen op het grondgebied van de gemeente.

Twee. Tweetalig onderwijs en met name onderdompeling

In de Nederlandstalige scholen:

  • Vanaf de kleuterschool stellen we voor dat scholen immersieonderwijs (CLIL-methode, Content and Language Integrated Learning) gedurende 2 uur per week toepassen.
  • De 2 uur zijn uren die de scholen vrij kunnen besteden. In de kleuterschool kan men zich voorstellen dat de gymnastieklessen in het Frans worden gegeven, in het basisonderwijs (een deel van) de wiskundelessen in het Frans worden herhaald. Ondertussen gaan de klassieke Franse lessen parallel door.
  • Dit betekent dat de kinderen aan het einde van het basisonderwijs misschien niet "perfect" tweetalig zullen zijn. Maar ze zullen meer tweetalig zijn dan nu, ze zullen elkaar begrijpen en ze zullen zich in beide talen kunnen uitdrukken.

In de Franstalige scholen:

  • Vanaf de kleuterschool stellen we voor dat scholen immersieonderwijs (CLIL-methode) gedurende 8 uur per week toepassen.
  • Dit betekent dat verschillende lessen (gedeeltelijk) in het Nederlands worden gegeven. Bijvoorbeeld, de gymnastieklessen in het Nederlands, of aardrijkskunde.

Drie. Een tweetalige gemeente met tweetalige diensten, een politieke ambitie

  • De samenwerking tussen de Franstalige en Nederlandstalige culturele centra in de gemeente versterken op het gebied van gebruik van infrastructuren en technische apparatuur en op het gebied van programmering.
  • Tweetaligheid in openbare diensten garanderen door cursussen aan te bieden aan werknemers die deze nodig hebben, georganiseerd tijdens werktijd.
  • De tweetalige communicatie naar de inwoners verbeteren wat betreft de culturele activiteiten van de Franstalige en Nederlandstalige gemeenschap om bruggen te slaan.
  • Garanderen dat er taalcursussen (Nederlands en Frans) worden aangeboden binnen de lokale missies.

Visie

Tweetaligheid is essentieel geworden om onze kinderen de nodige vaardigheden te geven voor een betere toekomst. De helft van de vacatures in het Brussels Gewest vereist taalkennis, maar slechts 7% van de werkzoekenden is tweetalig. Dit toont het belang van taalverwerving om werk te kunnen vinden in onze hoofdstad.

Vandaag hebben leerlingen in Molenbeek soms maandenlang geen Nederlandse les door een gebrek aan Nederlandstalige leraren. We beantwoorden deze uitdaging met pedagogische dossiers en oefeningen. Maar dit vervangt een echte Nederlandstalige leraar niet. In onze Nederlandstalige scholen worden leerlingen soms verdeeld over twee andere klassen omdat hun leraar afwezig is. Een gemeentelijke Nederlandstalige school heeft zelfs besloten slechts 4 dagen per week les te geven omdat er leraren ontbraken.

In 2013 gaf Rudi Vervoort, minister-president van het Brusselse Gewest, aan "dat hij van tweetalig onderwijs een prioritaire strijd zou maken om de uitdagingen van de jeugd en de werkloosheid aan te pakken." De realiteit is dat, met de huidige snelheid, de Brusselse jeugd meer dan 100 jaar zal moeten wachten voordat het recht op effectief tweetalig onderwijs algemeen wordt.

In Molenbeek werd in 2015, na een twee jaar durende campagne van de PVDA, de eerste (en enige) tweetalige school (met immersie) geopend: School 6.

Dat is dus veel te weinig. Tegelijkertijd zien we volledig absurde situaties met Nederlandstalige en Franstalige scholen die naast elkaar liggen, elk in hun eigen taal, en dus geen tweetalig onderwijs aanbieden.

Traditionele partijen halen vaak verschillende moeilijkheden aan om het gebrek aan tweetalige scholen te rechtvaardigen (moeilijk om leerkrachten te vinden, verzekeringskwesties, enz.). Toch zijn er in Noord-Frankrijk tweetalige Frans-Nederlandse scholen geopend met leerkrachten die... uit Vlaanderen komen. In Brussel ontbreekt de politieke wil om tweetalige scholen te openen.

In een wereld waar mensen zich steeds meer terugplooien in zichzelf, kan het begrijpen van de ander alleen maar een effectief middel zijn tegen gemeenschappelijke verdeeldheid.

Maar vandaag de dag organiseren politici geen onderwijs dat jonge Brusselaars een echte basis in het Frans en het Nederlands garandeert. We kunnen zelfs zeggen dat Brussel een echte taalapartheid kent. Veel diensten zijn georganiseerd om Nederlandstalige en Franstalige Brusselaars te scheiden: gescheiden onderwijs, gescheiden kinderdagverblijven, gescheiden jeugdhuizen en culturele centra, gescheiden radio en televisie, gescheiden sportclubs, enz. Voor de PVDA moet de gemeente het voorbeeld geven om te evolueren naar een echt tweetalig Brussels gewest.

Eén. Tweetalig onderwijs, voor de toekomst van onze kinderen

Tweetaligheid is een must geworden om onze kinderen de nodige troeven te geven voor een betere toekomst. Volgens Jan Gatz, woordvoerder van Actiris, "beweert slechts een op de tien werkzoekenden een goede kennis van beide landstalen te hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat kennis van het Nederlands de kansen van Franstalige werkzoekenden om werk te vinden in Brussel verdubbelt."

De ongelijkheden in het Belgische onderwijs zijn de grootste van alle geïndustrialiseerde landen. En in Brussel is de kloof tussen scholen nog groter. Als tweetaligheid al niet gegarandeerd is voor alle leerlingen, is dat in scholen in volkswijken nog minder het geval. Voor technische en beroepsrichtingen is het kennisniveau van beide talen dramatisch. De eerste slachtoffers zijn dus die jongeren die al moeilijkheden ondervinden op de arbeidsmarkt. Zo versterkt het gebrek aan tweetaligheid de ongelijkheid en sociale uitsluiting.

Tegenwoordig hebben leerlingen in Molenbeek soms maandenlang geen Nederlandse les vanwege een tekort aan Nederlandse leerkrachten. We reageren op deze uitdaging met pedagogische dossiers en oefeningen. Maar dat vervangt geenszins een echte Nederlandse leerkracht. Onze enige immersie-school vreest dat ze vanaf september 2024 geen immersie meer kan garanderen voor de derde kleuterklas en het eerste en tweede leerjaar. In onze Nederlandstalige scholen worden leerlingen soms over twee andere klassen verdeeld omdat hun leerkracht afwezig is. Een Nederlandstalige gemeenteschool heeft zelfs besloten om slechts 4 van de 5 dagen les te geven vanwege een tekort aan leerkrachten.

Daarom willen we een reserve van Nederlandse leerkrachten creëren met eigen middelen, waardoor we zowel afwezigheden kunnen opvangen voor Nederlandse lessen in onze Franstalige en immersiescholen, als voorkomen dat klassen in onze Nederlandstalige scholen moeten sluiten.

Het recht op immersie-onderwijs biedt een betere kennis van de twee officiële landstalen en zal de sociale discriminatie op de arbeidsmarkt verminderen.
We willen dat de gemeente een rol speelt in de ontwikkeling van tweetalig onderwijs. We willen een gemeentelijk pact opzetten dat immersieonderwijs als een recht vastlegt en zich ertoe verbindt actief tweetaligheid en immersieonderwijs te bevorderen in haar schoolaanbod.
We willen dat de gemeente financiële steun vraagt voor scholen die zich inzetten om systematisch de immersie-methode te ontwikkelen.
We willen een gemeentelijke pool die scholen helpt om gemakkelijker Nederlandstalige en Franstalige leerkrachten uit te wisselen voor immersielessen.
Ten slotte willen we een gemeentelijk plan dat actief streeft naar de veralgemening van immersie-onderwijs in alle scholen op haar grondgebied.
De gemeente heeft zeker de mogelijkheid om tweetalige scholen te openen. In Molenbeek is een immersieschool geopend, met name dankzij de mobilisatie van ouders en de PVDA.

Twee. Tweetalig onderwijs en meer in het bijzonder immersie-onderwijs

De meerderheid van de Brusselse ouders (60% tot 75%) is voor tweetalig onderwijs.

Maar de meerderheid van onze Brusselse scholen garandeert zelden tweetaligheid. In het huidige tempo zal de Brusselse jeugd meer dan 100 jaar moeten wachten voordat tweetalig onderwijs een recht wordt en zich verspreidt in de scholen. Veel Franstalige ouders zien geen andere oplossing dan hun kind naar een Nederlandstalige school te sturen om tweetalig te worden. Of omgekeerd, hun Nederlandstalige kind naar een Franstalige school te sturen. Dit wordt immersie of onderdompeling genoemd en werkt niet ideaal. Het kind moet zich redden en krijgt geen ondersteuning. Ouders stuiten vaak op moeilijkheden: hoe help je je kind als je de taal van de school niet spreekt? En de scholen staan ook onder druk, want officieel mag er geen andere taal gesproken worden dan die van de autoriteit.

Immersieonderwijs is heel goed mogelijk in Molenbeek. Dankzij de CLIL-immersiemethode die in honderden scholen in Wallonië en in tientallen andere landen wordt gebruikt. Een reeks lessen wordt in de andere taal gegeven zodat het leren op een natuurlijke manier gebeurt, net als het leren van de moedertaal.

Zo zijn er in Wallonië al 300 scholen die immersie toepassen. Maar in Brussel, waar we het het meest nodig hebben, zijn er slechts 18 basisscholen die immersie toepassen.

We stellen voor om te beginnen met 2 uur per week Franse les vanaf de kleuterschool in Nederlandstalige scholen en 8 uur per week Nederlandse les vanaf de kleuterschool in Franstalige scholen.

Drie. Een tweetalige gemeente met tweetalige diensten, een politieke ambitie

Onze gemeente kent een culturele en artistieke rijkdom die het voor Nederlandstaligen en Franstaligen gemakkelijker kan maken en kan stimuleren om dichter bij elkaar te komen. Molenbeek heeft het geluk om op haar grondgebied een Nederlandstalig en twee Franstalige culturele centra te hebben, een Nederlandstalige en een Franstalige boekhandel. Verschillende culturele plekken met verschillende aanbiedingen, verschillende infrastructuren en verschillende artistieke en technische teams. Nederlandstalige en Franstalige culturele aanbiedingen kunnen niet profiteren van elkaars infrastructuur of materiaal. De gemeente moet een faciliterende rol spelen tussen deze instellingen, samen zijn we sterker en creatiever. Deze kansen kunnen ook worden ontwikkeld voor Franstalige en Nederlandstalige muziekacademies.

Het aantal tweetalige ambtenaren neemt af, ook in onze gemeente. De gemeente werft steeds minder tweetaligen aan. De gemeente biedt haar personeel nauwelijks de mogelijkheid om taalcursussen te volgen om tweetalig te worden. Het gevolg is dat een hele reeks mensen niet benoemd kan worden omdat ze niet het vereiste SELOR-niveau hebben. We willen al het personeel, ongeacht hun niveau, de mogelijkheid bieden om taalopleidingen te volgen om tweetalig te worden.

Volgens statistieken van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid vereist 52% van de vacatures taalkennis. Dit toont het belang aan van het leren van talen om werk te vinden in de hoofdstad.

Over het algemeen stellen we vast dat de taalkennis van werkzoekenden toeneemt met het opleidingsniveau. "De helft van de universitair geschoolden zegt ten minste een gemiddelde kennis van de tweede landstaal te hebben, terwijl het aandeel van laaggeschoolde werkzoekenden met dezelfde kennis 22,7% bedraagt."

De missie van lokale werkgelegenheidsbureaus is om de kansen van laaggeschoolde werkzoekenden om werk te vinden of terug te vinden te vergroten. In dit kader moeten ze taalcursussen aanbieden aan werkzoekenden.