Een sportieve gemeente

Sport en recreatie horen populair te zijn in de ware zin van het woord: toegankelijk voor iedereen en met ieders deelname. Sport helpt om anderen te ontmoeten. Een betaalbaar en breed sportaanbod draagt bij aan een solidaire samenleving. Lichaamsbeweging en sport zijn essentieel voor de gezondheid. Sport voor iedereen is een krachtig preventiemiddel. Laten we kiezen voor sport zonder geld, sport voor iedereen. Laten we kiezen voor een sportbeleid dat de sportverenigingen echt ondersteunt. Zoals de prestaties van de Rode Duivels aantonen, kan topsport miljoenen mensen samenbrengen en enthousiast maken om te sporten. Topsport en dagelijks amateurniveau zijn dus verbonden. Fysieke en mentale gezondheid, individuele en collectieve ontplooiing: een sportievere samenleving is gunstig voor iedereen.

Wat wij willen

Eén. Investeren in sport op school

  • We zetten in op sportactiviteiten op school: hoe eerder jongeren het leren, hoe meer ze worden aangemoedigd om hun hele leven te sporten.
  • We willen alle leerlingen toegang geven tot het zwembad. Elke leerling moet kunnen zwemmen bij het verlaten van de basisschool.
  • We streven naar gratis zwemlessen op school.
  • We richten de speelplaatsen zo in dat ze de kinderen aanzetten tot lichaamsbeweging.
  • We willen meer tijd voor lichamelijke activiteiten op school.

Twee. Een gemeente die aanzet tot lichamelijke en sportieve activiteiten

  • We openen de sport- en turnzalen van de gemeentelijke scholen voor clubs en bewoners. De openingstijden worden verdeeld op basis van objectieve criteria. Geen vriendjespolitiek meer.
  • We willen een openluchtzwembad in Molenbeek.
  • We renoveren gemeentelijke sportzalen en -velden voor sportbeoefening onder de beste omstandigheden.
  • We verlagen de tarieven voor het openbare sportaanbod in de buurt om de toegankelijkheid te verbeteren. We harmoniseren (naar beneden) de tarieven van de gemeentelijke sportcentra. We zijn er tegen dat  niet-inwoners van de gemeente meer zouden moeten betalen in de sportcentra.
  • We richten in elke wijk sportinfrastructuur en gezondheidsroutes in om de bewoners aan te zetten tot lichaamsbeweging.
  • We organiseren sportprogramma's en -evenementen, open voor iedereen, in de openbare ruimte.
  • We breiden het aanbod van sportcheques uit voor betere toegang tot sportclubs.

Drie. Sport voor iedereen

  • Iedereen moet toegang hebben tot lichaamsbeweging. We moedigen sportcentra aan tot een inclusief aanbod zodat iedereen een plek vindt. Bijzondere aandacht gaat uit naar jonge meisjes, die vaak worden uitgesloten van sportactiviteiten.
  • We bevorderen de samenwerking tussen dagcentra voor mensen met een beperking en sportcentra.
  • Op dezelfde manier stimuleren we de samenwerking tussen verzorgingstehuizen en sportcentra. We moedigen met de gemeente ouderen aan tot lichaamsbeweging oa. via wandelgroepen.

Vier. Ondersteuning van de sportsector, in alle transparantie

  • We richten een sportcomité op gemeentelijk niveau op, dat alle sportactoren samenbrengt om in te spelen op de behoeften van de mensen op het terrein en om solidariteit te creëren tussen de verschillende actoren.
  • We maken een einde aan de concurrentie tussen sportverenigingen en ondersteunen hen met een duidelijk kader en in alle transparantie. We ontwikkelen - in samenwerking met de sportsector - duidelijke regels voor de toekenning van subsidies, infrastructuur en openingstijden. We stellen duidelijke criteria op om tegenstellingen te voorkomen.
  • We vertrouwen op de ervaring en expertise van de clubs en versterken hun financiering.
  • We ontwikkelen een echte samenwerking met sportclubs die voldoen aan de verwachtingen van de overheid. We maken een einde aan de "verspreidingspolitiek", waarbij kleine subsidies worden verdeeld zonder een echte visie op sport.
  • We ondersteunen de opleiding van animatoren en sportcoaches van  de sportclubs. We steunen de oprichting van een ADEPS-centrum als een van de projecten tussen Weststation en Osseghem.
  • We werken aan een statuut voor sportwerkers: animatoren, opvoeders, coaches, enz. Vrijwilligers vertegenwoordigen een meerwaarde voor organisaties en verenigingen, maar zij kunnen goed opgeleid personeel niet vervangen.

Visie

De toegang tot sport is, net als onze samenleving, zeer ongelijk. Sport wordt steeds meer als een koopwaar beschouwd in deze samenleving en de gebruikers van deze dienst worden als consumenten of klanten gezien; Sport is steeds meer een luxeproduct dat nog enkel toegankelijk is voor degenen die het zich kunnen veroorloven en geen recht meer voor al onze kinderen. Sport maakt deel uit van de volkscultuur. Toch verwaarlozen de overheden de organisatie van sportdiensten. Sport valt ten  prooi aan de particuliere markt en het bedrijfsleven. Sportclubs zijn grotendeels afhankelijk van vrijwilligers, waaronder ouders, zonder wie ze financieel niet zouden overleven.

Onze visie gaat in tegen die evolutie. Wij willen de professionele en publieke sector versterken zodat sport toegankelijk is voor de hele bevolking. Sport is een sociale noodzaak. Het bevordert persoonlijke emancipatie en sociale vooruitgang. Het maakt deel uit van onze volkscultuur en is essentieel voor een gezond leven. Het moet daarom worden beschouwd als een essentiële openbare dienst, vergelijkbaar met de gezondheidszorg.

Sport is een bron van welzijn, zowel fysiek als mentaal. Stress, astma, obesitas, diabetes en motorische gebreken komen veel voor onder de Brusselse bevolking. Bij volwassenen komt daar de flexibiliteit in het werk bij, wat leidt tot veel burn-outs. De hoge werkloosheid onder jong volwassenen is ook een factor van stress. Dat alles is nefast voor de mentale en fysieke gezondheid. Ten slotte zien we ook dat jonge meisjes en vrouwen minder sporten.

Sport draagt bij tot sociale cohesie. Sportclubs zijn gebaseerd op het sociale weefsel van onze wijken. Ze stimuleren  de talenten van onze jongeren.  Ze helpen hen zich te ontwikkelen en maken dat zij hun plaats vinden in de samenleving. Hun vermogen om jongeren te betrekken bij een gemeenschappelijk project is uniek. Een project waar je naam, huidskleur of religie geen reden is voor uitsluiting noch discriminatie.

Toch gaan  investeringen voornamelijk naar prestige- en marketing projecten met commerciële zichtbaarheid, zoals het nationale voetbalstadion. De voetbalstadions die voldoen aan de Europese normen zijn vaak geprivatiseerd en daardoor voor velen ontoegankelijk. De Brusselse regering laat de belastingbetaler miljoenen euro's betalen voor een nieuw nationaal stadion. Tegelijkertijd legt ze bezuinigingen op aan de gemeenten. Die hebben dramatische gevolgen voor de bevolking en de lokale sportclubs.

Voor ons is het geen zwart-wit visie waarin men een keuze zou moeten maken tussen topsport of sport voor iedereen, zoals traditionele politici vaak beweren. Wij menen dat beide elkaar aanvullen en versterken. Hoeveel kinderen willen zich niet storten op atletiek na het zien van de prestaties van Nafissatou Thiam? Hoeveel jongens en meisjes dromen er niet van te  leren dribbelen zoals Eden Hazard? We willen volkssport ontwikkelen, toegankelijk voor iedereen. En daarbij kan topsport helpen.

Eén. Investeren in sport op school

Sport opnemen in de prioriteiten van het onderwijs is een eerste essentiële stap. Meer sport op school, zowel tijdens de lessen als buitenschools, zoals in de Scandinavische landen. De aanpak daar heeft zijn waarde al bewezen.

We maken kinderen vanaf de basisschool meer vertrouwd met sport, niet alleen tijdens de lesuren, maar ook tijdens de middagpauze en na schooltijd. Onder andere om gezondheids- en sociale cohesie redenen. Sport op school helpt om teamgeest, zelfvertrouwen, kameraadschap, respect en fair play te ontwikkelen: waarden om bij onze jeugd en in de hele samenleving bij te brengen.

We willen de samenwerking tussen scholen en sportverenigingen bevorderen, mogelijke synergieën versterken in een logica van nabijheid.

We willen ervoor zorgen dat elke leerling kan zwemmen bij het verlaten van de basisschool. Te veel leerlingen hebben geen toegang tot zwemlessen vanwege het gebrek aan zwembaden in het Brussels Gewest. Dit moet veranderen. Leren zwemmen is een kwestie van sport, volksgezondheid (de voordelen van zwemmen zijn al lang bewezen), maar ook van veiligheid: iedereen moet kunnen zwemmen.

Twee. Een gemeente die aanzet tot lichamelijke en sportieve activiteiten

Er is een tekort aan zalen voor sportclubs om trainingen en evenementen te organiseren. We openen de sport- en turnzalen van de gemeentelijke scholen voor clubs en bewoners. 

De toekenning voor de gemeentelijke sportinfrastructuur moet op basis van objectieve criteria gebeuren. Geen vriendjespolitiek meer.

Om een realistisch overzicht te maken, de tekortkomingen te zien en de prioritaire behoeften te bepalen, hebben we een precieze  kaart nodig. Deze bestaat, maar is niet gepubliceerd. We dringen aan bij het Brussels Gewest om deze zo snel mogelijk te publiceren.

Meer buurtgerichte sportcentra bouwen die direct in verbinding staan met hun omgeving zou een geweldig instrument zijn voor sociale cohesie. Tegenwoordig moet je soms maanden wachten voor je een gemeentelijke sportzaal of -terrein kan huren. Sportclubs die geen eigen zaal hebben, leggen een ware hindernisbaan af om voor elke wedstrijd een terrein of zaal te vinden.

Veel sportzalen worden overgelaten aan multinationals in de sector. Je moet 25 tot 50 euro per maand betalen om toegang te krijgen tot hun diensten. Dit ligt boven de mogelijkheden van een groot deel van de bevolking. Wanneer grijpt het Brussels Gewest in om deze neerwaartse situatie te stoppen.

We willen een plan ontwikkelen voor het Gewesten en voor elke gemeente. Er zijn veel mensen en clubs die dagelijks uitstekend werk verrichten en bijdragen aan het sportaanbod, maar er is geen algemeen plan noch coördinatie. Waar het bestaande aanbod versterken, waar meer middelen inzetten? Hoe de bestaande terreinen, sporthallen en sportzalen in elke gemeente optimaal benutten? Dit plan start op regionaal niveau. 

We willen de tarieven van de zwembaden en gemeentelijke sportcentra in het Brussels Gewest naar beneden harmoniseren. De gemeentegrens mag geen sportgrens zijn.

Wij pleiten voor gewestelijke maatregelen om sportbeoefening te stimuleren. Wat de infrastructuur betreft, is er een tekort aan zwembaden in het Gewest. We streven naar minstens één zwembad per gemeente. Zou een groot openluchtzwembad in Brussel niet fantastisch zijn. 

De tarieven van het sport- en recreatieaanbod kunnen een instrument zijn voor sociaal beleid. Het verlagen van de toegangsprijs voor buurtgerichte sportactiviteiten en zwembaden heeft een positief effect op het aantal Brusselaars dat aan sport doet. Het huidige beleid van de gemeenten slaagt er niet in particuliere exploitanten van sportinfrastructuur te dwingen hun prijzen te verlagen. . Daarom willen we het aanbod van sportcheques uitbreiden om sportclubs toegankelijker te maken. 

Aan de Nederlandstalige kant is er de "Paspartoekaart" die ons kan inspireren om de toegankelijkheid uit te breiden en te vergroten. Met deze kaart kunnen alle Brusselaars met recht op een verhoogde toelage een korting krijgen voor culturele en sportieve evenementen. De Vlaamse Gemeenschapscommissie biedt sportkampen en sportterreinen aan tijdens de vakanties waar kinderen met een verhoogde toelage ook korting kunnen krijgen.

Naast het renoveren en ontwikkelen van sportinfrastructuur, willen we dat de openbare ruimte uitnodigt tot sportbeoefening: gezondheidspaden ontwikkelen, sportterreinen openstellen voor iedereen, veilige en aangename wandelroutes. We willen bijdragen aan de totstandkoming van een openluchtzwembad om sportbeoefening in de zomer te koppelen aan recreatie. 

Ten slotte pleiten wij ervoor dat de gemeente het hele jaar door sportprogramma's en -evenementen organiseert.

Drie. Sport voor iedereen

We pleiten voor een inclusief sportbeleid. Lichaamsbeweging is belangrijk voor iedereen. Vandaag de dag zijn er nog steeds veel belemmeringen voor regelmatige lichaamsbeweging. Het aanbod moet inspelen op deze beperkingen. 

Veel jonge meisjes zijn tegenwoordig uitgesloten van sportactiviteiten. We moedigen sportcentra aan hier oplossingen voor te zoeken in hun aanbod. 

Ook een handicap mag geen belemmering zijn voor sportbeoefening. Uiteraard moet de activiteitaangepast zijn aan de behoeften. We bevorderen daarom de communicatie en samenwerking tussen sportcentra en dagcentra voor mensen met een beperking om een aangepast aanbod te creëren. 

Hetzelfde geldt voor ouderen. Bewegen is belangrijk gedurende het hele leven. We willen met de gemeente fysieke activiteiten voor ouderen opzetten (waaronder wandelen). Ook hier bevorderen we de samenwerking tussen sportcentra en verzorgingstehuizen.

Vier. Ondersteuning van de sportsector

De gemeente, het Brussels en Vlaams Gewest, en de Federatie Wallonië-Brussel moeten vertrouwen hebben in de ervaring en expertise van de sportclubs, die vaak sociaal betrokken zijn. Laten we hun inzet en draagkracht naar waarde schatten. Laten we aan de slag gaan vanuit hun behoeften en kennis. Laten we hen helpen door opleidingen te bieden voor sportwerkers, een paritaire commissie en een statuut in te stellen dat hun inzet ondersteunt. Voor structurele, begeleidings-, opleidings-, waarderings- en planningsvragen is de rol van de publieke diensten onmisbaar en op termijn is wat we willen de oprichting van een sterke en kwalitatieve publieke sportsector. Beleidsmakers moeten een statuut vaststellen voor sportwerkers: animatoren, opvoeders, coaches, enz. Vrijwilligers vertegenwoordigen een meerwaarde voor organisaties en verenigingen, maar we mogen hen niet vervangen door goed opgeleid personeel.

Trainers, redders, onderhoudspersoneel, onthaalpersoneel of cafetaria medewerkers zijn allemaal essentieel voor het goed functioneren van onze sportinfrastructuur. Het personeel doet zijn best en wordt gewaardeerd in zijn werk door de gebruikers. We moeten dit voordeel benadrukken en ontwikkelen. We zijn daarom gekant tegen de huidige trend om steeds meer taken alleen aan vrijwilligers toe te vertrouwen bij het beheer van sporthallen en zwembaden.

Het door de overheid betaalde personeel is zeer schaars. Sporttrainer is zonder enige twijfel een professioneel beroep. Het moet in zijn functie worden beschouwd als een werk van openbaar nut dat wordt gereguleerd door de wetten die het werk regelen en in geen geval als een liefdadigheidsactiviteit, het resultaat van toevalligheden en individuele goede wil. De vrijwilliger is een belangrijke ondersteunende kracht, maar mag professionele begeleiding niet vervangen.

We willen een echte samenwerking ontwikkelen met de clubs van onze gemeente: een sportcomité oprichten dat de veldactoren met de gemeentelijke administratie samenbrengt om te luisteren naar de behoeften en daarop in te spelen. We willen ook een einde maken aan de concurrentie tussen sportclubs via het systeem van aanbestedingen, dat vaak weinig transparant is. We willen de ondersteuning vanuit de gemeente versterken met clubs die voldoen aan de behoeften van jongeren en de sociale en volksgezondheid verbeteren.