Een gemeente waar kinderen slagen op school

Net als gezondheidszorg of huisvesting is onderwijs een fundamenteel recht, geen voorrecht. Het is dus de verantwoordelijkheid van de samenleving om kwalitatief onderwijs voor iedereen te garanderen. Ouders zouden zich niet hoeven te stressen om oplossingen voor hun kinderen te vinden. School moet een bron van leerplezier zijn. Geen bron van spanning tussen ouders, kinderen en leerkrachten. De school moet de plaats zijn waar elk kind garantie op een plek heeft waar hij zich kan ontwikkelen om de volwassene van morgen te worden.We willen een school waar elk kind de nodige begeleiding krijgt om te slagen. In 2021-2022 had 22% van de Molenbeekse jongeren in het secundair onderwijs minstens twee jaar achterstand. Dat is meer dan één op de vijf kinderen. Onze gemeente moet een plan opstellen om het aantal mislukkingen drastisch te verminderen.We moeten het onderwijs grondig veranderen. Te beginnen met de kosteloosheid. Goede scholen voor iedereen in zijn eigen buurt. Scholen waar het goed toeven en leren is. Scholen waar ouders welkom zijn en waar ouders en leerlingen hun zegje hebben. Scholen die leerlingen helpen de wereld te begrijpen om die beter te kunnen veranderen. Ja, dat is ambitieus, maar we verwachten niet minder!

Wat wij willen

Eén. Er is een dorp nodig om een kind op te voeden. De schoolpoorten openen voor de buurt en de ouders

  • We willen dat ouders deelnemen aan educatieve projecten en worden opgenomen in het overleg- en besluitvormingsproces van de school. We willen dat de gemeente helpt bij het oprichten van een oudervereniging op scholen en een oudervereniging erkent die gemeenschappelijk is voor alle gemeentescholen.
  • We nodigen sport- en culturele verenigingen, jeugdhuizen uit om animaties te organiseren tijdens de middagpauze of naschoolse opvang.
  • We willen dat de gebouwen van de gemeentescholen open blijven wanneer er geen les is: voor culturele en sportieve activiteiten 's avonds en in het weekend. We willen een school die openstaat voor de buurt.
  • We willen dat het onderwijspersoneel wordt opgeleid en de tijd heeft om te werken aan de inclusie van een sociaal en cultureel divers publiek.
  • We willen dat scholen de middelen hebben om online platforms te gebruiken om de communicatie met de gezinnen te verbeteren en de opvolging van de leerlingen te verbeteren, naast het garanderen van een toegankelijke communicatie voor iedereen.
  • We willen een school die representatief is voor haar bevolking: in het secundair onderwijs schrappen we de discriminerende en seksistische maatregelen in de schoolreglementen die betrekking hebben op het uiterlijk en de kleding.
  • We willen dat scholen de middelen hebben om bemiddeling aan te bieden tussen gezinnen en het onderwijsteam om conflicten en misverstanden te voorkomen.

Twee. Laat jongeren slagen door kleinere klassen en door ondersteuning van de leerkrachten

  • We willen één leerkracht extra per school aanwerven om zo de leerlingen beter te begeleiden. We willen onze leerkrachten meer ondersteunen door een multidisciplinair team in te schakelen met onder meer  logopedisten.  Dit team kan dan gericht inspelen op de moeilijkheden van de leerlingen zodra deze zich voordoen.
  • We willen een kwalitatieve naschoolse opvang in elke school èn een evaluatie van de huidige situatie. We stimuleren de samenwerking tussen elke school en de ondersteuningsinitiatieven in de buurt van de school.
  • In elke wijk stellen we studieruimtes beschikbaar voor studenten tijdens de blokperiode.
  • We stellen een plan op om het aantal mislukkingen drastisch te verminderen. Te beginnen met een evaluatie van de huidige situatie.
  • We pleiten bij de Vlaamse overheid en VGC voor de financiering die het mogelijk maakt om klassen kleiner te maken: maximaal 15 leerlingen per klas in de kleuterschool en in de eerste twee studiejaren van de lagere school. Zo kunnen we tijdig ingrijpen bij moeilijkheden. Vanaf het derde studiejaar willen we maximaal 20 leerlingen per klas.
  • We investeren in modern materiaal en op nieuwe technologieën gebaseerd materiaal in alle klassen.

Drie. Tweetaligheid garanderen door het leren van Frans en Nederlands

  • We garanderen de lessen van de tweede taal voor al onze leerlingen en creëren een lerarenreserve met eigen fondsen.
  • We investeren in het leren van Frans en Nederlands in de eerste jaren van kleuterschool en lagere school.
  • We bieden in elke school buitenschoolse activiteiten aan in het Frans en/of in het Nederlands.
  • We willen  taalimmersie in de Brusselse scholen algemeen maken. De gemeente moet het goede voorbeeld geven. Ze kan bijvoorbeeld de uitwisseling van leraren tussen Franstalige en Nederlandstalige scholen organiseren.
  • We bevelen de EMILE-methode aan: vanaf de derde kleuterklas volgen de kinderen enkele algemene vakken in de andere taal naast de reguliere taallessen. Het aantal uren gegeven in onderdompeling neemt geleidelijk toe tot het einde van de opleiding.
  • We garanderen een plaats in de overgangsklassen voor alle kinderen van nieuwkomersgezinnen.

Vier. Maak het onderwijs gratis

  • We willen dat de gemeente een gratis startpakket aanbiedt aan alle leerlingen van de gemeentelijke basisscholen en middelbare scholen. Op termijn moet de gemeente haar kleuter-, lager- en middelbaar onderwijs volledig gratis maken.
  • We besluiten dat scholen ouders niet meer mogen vragen om informatietechnologiemateriaal aan te schaffen. We voorzien de scholen van een collectieve uitrusting om elke leerling gratis toegang te geven tot kwaliteitsvol materiaal. Zo kan elke leerling zijn werk met het beste materiaal en de beste begeleiding uitvoeren.
  • We zorgen ervoor dat zoveel mogelijk buitenschoolse activiteiten (excursies, museumbezoeken, bezoeken aan boerderijen, bioscoopbezoeken) verplicht en gratis worden gemaakt.
  • De gemeente moet gratis voorschoolse en naschoolse opvang aanbieden.
  • We willen gezonde en gratis warme maaltijden voor alle kinderen van de basisschool. We beginnen met gratis soep dankzij onverkochte producten op markten en in sociale restaurants.
  • We stoppen met het sturen van deurwaarders bij achterstallige betalingen van schoolkosten. We zorgen voor begeleiding van de betrokken ouders.

Vijf. Het hoofd bieden aan het gebrek aan plaatsen en het welzijn van de leerlingen verbeteren door renovatie en het creëren van nieuwe scholen

  • De gemeente is begonnen met een renovatieplan voor scholen. We willen dit plan voortzetten. We willen kwalitatieve en goed onderhouden infrastructuren.
  • We willen de zogenaamde tijdelijke containerklassen vervangen door echte kwaliteitsgebouwen.
  • We willen nieuwe scholen creëren om de bevolkingsgroei het hoofd te bieden. We maken een plan zodat alle Molenbeekse kinderen in een Molenbeekse school terechtkunnen.
  • De gemeente moet pleiten voor een ambitieus gewestelijk plan voor de bouw en renovatie van scholen in de hele Brusselse regio. Niet via projectoproepen, maar een bindend plan voor de hele regio.
  • We richten groene ruimtes in op de schoolterreinen om het welzijn van de leerlingen te verbeteren.
  • We willen een plan om het personeel en de leerlingen van elke school te beschermen tegen hittegolven.
  • We versterken de onderhouds- en schoonmaakploegen van de scholen.

Zes. Een plaats garanderen voor elk kind in een nabijgelegen school

  • We willen een inschrijvingssysteem opzetten dat elk kind vanaf het eerste studiejaar een plaats garandeert  in een school in zijn buurt. Een systeem met objectieve en transparante toewijzingscriteria dat zorgt voor meer sociale mix in alle scholen.
  • We willen een inclusieve school die over de middelen beschikt. Het is noodzakelijk om schoolassistentes en assistenten in dienst te nemen opdat kinderen met speciale behoeften kunnen geïntegreerd worden en kunnen slagen, in plaats van hen ongeschikt naar het buitengewoon onderwijs te verwijzen. Voor kinderen met ernstige handicaps zullen de middelen van het buitengewoon onderwijs worden versterkt en zal integratie worden gepromoot.

Zeven. Geef de school de missie om te werken voor het algemeen belang en voor een werkelijk democratische samenleving

  • Onze scholen streven naar sociale emancipatie en persoonlijke ontplooiing van alle jongeren. Kritisch denken, solidariteit, teamwork, democratisch debat, cultuur en gezondheid moeten centraal staan in het onderwijs.
  • Onderwijs kan niet worden beperkt tot de opleiding van arbeidskrachten die voldoen aan de eisen van de werkgevers. We laten bedrijven niet de keuzes en het curriculum bepalen. We verbieden het labelen van scholen door privébedrijven zoals Apple.
  • We stimuleren de participatie van jongeren in het leven van hun buurt en de samenleving door middel van burgerprojecten. We moedigen hen aan om deel te nemen aan een Studie Dienst zoals geïnitieerd door de vereniging SOS Jeunes — Quartier Libre.
  • We willen scholen die de leerlingen stimuleert"geëngageerde kringen”  te organiseren. We geven onze scholen de middelen om burgerprojecten uit te voeren en bewustzijn te creëren rond maatschappelijke kwesties.
  • We ontwikkelen de participatie van leerlingen in de besluitvorming.

Visie

Eén. Er is een dorp nodig om een kind op te voeden. Open de school voor de buurt en de families

"Het kost een heel dorp om een kind op te voeden": het concept van de "verlengde school" past heel goed binnen het kader van dit Afrikaanse gezegde. Een verlengde school is geworteld in de buurt en de buurt is geworteld in de school. Rondom de school ontwikkelt zich een heel sociaal leven vanaf het moment dat de kinderen de voordeur binnenkomen tot het moment dat een van de ouders 's avonds komt deelnemen aan een culturele of sportieve activiteit. We willen scholen op mensenmaat die openstaan voor hun buurt, die deel uitmaken van het lokale verenigingsleven waar jongeren, ouders en buren deelnemen aan de beslissingen en projecten, waar ze ook buiten de lestijden welkom zijn. Hoewel het in het programma van de PS-MR-meerderheid was voorzien, is er tussen 2018 en 2024 op dit gebied zeer weinig gedaan.

Heel weinig scholen zijn aangepast om veilig activiteiten buiten de schooluren te kunnen organiseren. Veel buurtverenigingen en informele groepen zoeken een voetbalkamer voor een wedstrijd onder vrienden, een kamer om een dans of een toneelstuk te repeteren of gewoon een ruimte om samen te komen. 37% van de sportinfrastructuren in Molenbeek bevindt zich in onze scholen en zijn dus gesloten op momenten dat clubs of informele groepen ze nodig hebben.

We hebben een zeer rijk verenigingsleven in onze gemeente. De ATL (Accueil Temps Libre) informeert kinderen en ouders over verenigingen waar hun kinderen na schooltijd activiteiten kunnen doen. Maar we kunnen ook de andere kant opgaan. We kunnen onze scholen tot leven brengen door deze verenigingen en clubs uit te nodigen om tijdens de middagpauze of naschoolse opvang activiteiten te organiseren. We kunnen deze activiteiten financieren met DAS-subsidies (Dispositif Accroche Scolaire). Het is win-win. De verenigingen kunnen een nieuw publiek bereiken voor hun vereniging. De school slaagt erin een regelmatige buitenschoolse activiteit voor elk kind aan te bieden. Zo organiseert de BBJJA-club (Braziliaanse jiujitsu), gelegen op 10 meter van Molenbeek, School Grappling in bijna 50 Brusselse basisscholen, waaronder een tiental Molenbeekse scholen. Ook de Fanfakids organiseerden vaak activiteiten in scholen. Waarom zouden we niet honderden jonge sport- en cultuuranimatoren opleiden om honderden activiteiten in onze scholen te organiseren?

Families hebben volledig hun plaats in schoolprojecten. We creëren de juiste voorwaarden zodat jongeren zich thuis voelen op school. Maar de echte participatie van ouders in hun diversiteit is een uitdaging. Te vaak beperken we ons tot het organiseren van 3 ouderbijeenkomsten per jaar, formele en strenge vergaderingen die niet aanzetten tot een gastvrij en samenwerkend onthaal van alle doelgroepen. Er is ook een "participatieraad" die twee keer per jaar bijeenkomt en waarin "oudervertegenwoordigers" zetelen. In veel scholen organiseren ouders zich al in verenigingen om allerlei zeer positieve projecten te realiseren. Maar te vaak wordt de stem van de ouders niet voldoende gehoord. Wij vinden dat er meer middelen en prioriteit moeten worden gegeven aan democratie op school en het partnerschap tussen ouders, opvoeders en leerkrachten. Wij denken dat de erkenning van een oudercomité voor alle gemeentescholen een stap vooruit zal zijn. Een van de antwoorden op de epidemie van mislukkingen en schooluitval moet een inclusievere, meer open en meer participatieve school zijn.

We hebben er allen belang bij dat ouders en scholen samenwerken aan de opvoeding van jongeren. Maar vaak voelen ouders zich niet betrokken, ondanks de inspanningen van de onderwijsteams. De taal van de school en al haar codes zijn niet altijd die van de gezinnen. Vooral voor kansarme of migrantenfamilies. Dit kan leiden tot misverstanden of zelfs spanningen. Het kan ook voorkomen dat er conflicten en minachting ontstaan. We willen dat scholen de middelen hebben om bemiddelaars aan te bieden tussen de verschillende actoren. We willen ook dat het onderwijspersoneel wordt opgeleid in het opnemen van een sociaal en cultureel divers publiek.

We moeten ook modernere en meer aangepaste communicatiemiddelen ontwikkelen. Veel Nederlandstalige scholen hebben bijvoorbeeld online applicaties opgezet waarmee ouders direct notities, opmerkingen en informatie over hun kinderen kunnen ontvangen. Dergelijke ervaringen leveren zeer positieve resultaten op in termen van communicatie en opvolging. Voor de PVDA is het noodzakelijk dat scholen de middelen krijgen om deze systemen algemeen toe te passen. 

Ten slotte schrappen we in de schoolreglementen van secundaire scholen alle discriminerende en seksistische maatregelen die betrekking hebben op het uiterlijk en de kleding. De school moet de weerspiegeling zijn van haar bevolking: iedereen komt naar school zoals hij is, met respect voor de ander.

Twee. Laat alle jongeren slagen dankzij kleinere klassen en meer begeleiding

We willen afstappen van de "mislukkingscultuur" en een "slaagkansschool" ontwikkelen. We nemen het voorbeeld van Finland, waar alle leerkrachten zijn opgeleid om leerproblemen op te sporen en in de klas aan te pakken. Wanneer de taak te groot of specifiek is, kunnen ze een beroep doen op een professional voor remediëring. In de meeste gevallen komt deze professional naar de klas en begeleidt de leerling tijdens de lopende activiteit. Tegenwoordig wordt remediëring te laat opgepakt en vaak uitbesteed aan huiswerkscholen, al dan niet betalend. Er ontbreken middelen om de toenemende schooluitval tegen te gaan. Daarom versterken we het personeel van de PMS-centra.

Het aantal leerlingen per klas moet ook worden verminderd. De Amerikaanse STAR-studie vergeleek de resultaten van twee soorten leerlingen: leerlingen tussen 6 en 10 jaar in klassen van 13 tot 15 en leerlingen van dezelfde leeftijd in klassen van 22 tot 25. Resultaat: de jongeren uit de kleine klassen liepen meer dan een jaar voor in termen van leerprestaties en behaalden veel betere resultaten in het hoger onderwijs. Vooral de resultaten van jongeren uit kansarme gezinnen verbeterden aanzienlijk in de kleine klassen. De PTB wil het aantal leerlingen per klas beperken tot ongeveer 15 in de kleuterschool en de eerste twee jaren van de lagere school en tot 20 in de volgende studiejaren.

In sommige landen die ambitieuze keuzes hebben gemaakt voor het onderwijs, slaagt men er zelfs in om binnen reguliere klassen leerlingen te integreren die hier als gehandicapt worden beschouwd en direct naar het bijzonder onderwijs worden gestuurd... Emancipatorisch en inclusief onderwijs is mogelijk en opent ongelooflijke perspectieven.

Deze maatregelen vereisen meer leerkrachten. Maar de huidige omstandigheden zijn zo zwaar dat bijna de helft van de leerkrachten van beroep verandert binnen de eerste vijf jaar. Een enorm verlies... Vooral door het gebrek aan steun en de precaire status. We willen de "pool" van vervangers uitbreiden die we hebben verkregen in het Parlement van de Federatie Wallonië-Brussel. De leerkrachten in de vervangingspool zijn 12 maanden aangesteld om zieke collega's in een bepaalde regio te vervangen. Tussen vervangingen door, voeren ze pedagogische taken uit in een school (hulpleerkracht, inhaalonderwijs...). De snelle vervanging van zieke leerkrachten zal het aantal verloren lesuren aanzienlijk verminderen. Tegenwoordig lopen leerlingen soms vertraging op omdat bepaalde vakken lange tijd niet worden gegeven.

Drie. Tweetaligheid garanderen door het leren van Frans en Nederlands

In Brussel, een officieel tweetalige regio, is beheersing van Frans en Nederlands vaak een selectiecriterium voor het vinden van een baan. Tweetalig zijn, vooral als je weinig kwalificaties hebt, is een echte troef. Maar volgens de taalbarometer van de VUB van 2018 beschouwt slechts 8% van de jongeren onder de 30 jaar die een Franstalige school in het Brusselse Gewest hebben gevolgd, zichzelf als beheerst in het Nederlands, terwijl voor de helft van de vacatures in Brussel kennis van Frans en Nederlands vereist is.

Maar tweetaligheid van de bevolking is ook het beste middel tegen deze soort "geïnstitutionaliseerde taalapartheid" in Brussel op het gebied van cultuur, sport, jeugd, werk, onderwijs... Het is een ingrediënt van de eenheid tussen de verschillende taalgroepen van het land, een land dat de N-VA en Vlaams Belang willen verdelen op communautaire basis om de aandacht van de bevolking af te leiden van de echte kwesties achter bezuinigings- en regionalisatiebeleid. Elkaar spreken, elkaar begrijpen, delen en uitwisselen stelt ons in staat bewust te worden van alles wat ons verbindt.

Tegenwoordig krijgen Molenbeekse leerlingen soms maandenlang geen Nederlands omdat er een tekort is aan leerkrachten Nederlands. Scholen reageren op deze uitdaging met pedagogische dossiers en oefeningen. Maar dat vervangt geenszins een echte leraar Nederlands. In onze Nederlandstalige scholen worden leerlingen soms verdeeld over twee andere klassen omdat hun leraar afwezig is. Een Nederlandstalige gemeenteschool besloot zelfs om slechts vier dagen per week les te geven omdat ze te weinig leerkrachten hadden.

Om deze uitdagingen aan te gaan, willen we een reserve van Nederlandstalige leerkrachten creëren met eigen fondsen, zodat we zowel de afwezigheden voor Nederlands in onze Franstalige en immersiescholen kunnen opvangen als voorkomen dat klassen in onze Nederlandstalige scholen sluiten.

Het leggen van de basis voor een echt tweetalige gemeente door onderwijs is heel goed mogelijk, zoals blijkt uit voorbeelden in andere landen (Luxemburg, Spanje, Canada, enz.). Het is een politieke keuze voor eenheid en multiculturaliteit. Het is trouwens een topprioriteit voor ouders, zoals blijkt uit onze enquêtes en de inschrijvingsaanvragen. Bovendien tonen studies aan dat tweetaligheid bij jongeren de intellectuele capaciteiten op andere gebieden verbetert.

Maar de politieke verantwoordelijken hebben niets ondernomen, ondanks de grote verklaringen van ministers zoals Rudi Vervoort (PS) of Caroline Désir (PS). Slechts een handvol scholen biedt immersieonderwijs aan in Brussel: 22 basisscholen en kleuterscholen, tegenover bijna 200 in Wallonië. Immersieklassen kunnen geen prestigeprojecten worden, of bedoeld zijn om zich te onderscheiden op een ‘scholenmarkt’: ze moeten worden veralgemeend.

We hebben breed gemobiliseerd en belangrijke campagnes op het terrein gevoerd om te zorgen dat tweetalig onderwijs door middel van immersie wordt veralgemeend. In Molenbeek, na een campagne van de PVDA gedurende twee jaar, opende de gemeente in 2015 haar eerste (en enige) tweetalige immersieschool: School 6. Veel te weinig dus. Vandaag vreest onze enige immersieschool dat zij de immersie niet meer kan garanderen voor de start van september 2024, en dit voor de derde kleuterklas, evenals voor het eerste en tweede studiejaar van de lagere school.

Brusselse kinderen groeien op in een meertalige context. Op 12-jarige leeftijd begrijpen ze vaak twee of zelfs drie talen. In Brussel, de internationale hoofdstad, is meertaligheid een troef, voor internationale betrekkingen, voor handel, voor internationale solidariteit. Verschillende experts hebben dit aangetoond: de moedertaal is geen vijand; integendeel, respect voor deze taal verbetert het leren. Een open, gastvrije en waarderende houding ten opzichte van een kind, zijn familie en zijn cultuur, zal hem in staat stellen zich zelfverzekerd te voelen en gemakkelijker te communiceren, wat het taalkundig en sociaal leren zal vergemakkelijken.

Brussel is ook een gastvrije stad. Kinderen die met hun familie uit alle hoeken van de wereld komen, worden opgevangen in onze scholen. Het is belangrijk om alle kinderen van nieuwkomers een plaats te garanderen in de brugklassen. Alle studies tonen aan dat het cruciaal is om meer te investeren in het leren van Frans en Nederlands in de eerste jaren van de kleuter- en lagere school.

Vier. De school gratis maken

In de afgelopen jaren hebben de werknemers en hun gezinnen te maken gehad met ongekende prijsstijgingen op alle gebieden: energie, brandstoffen, voedsel, huisvesting... als gevolg van loonblokkades, overstromingen, de pandemie en de oorlog in Oekraïne. Volgens een studie van de Gezinsbond in oktober 2022 leeft een derde van de Brusselaars met een inkomen onder de armoedegrens. Een op de vier kinderen loopt risico op armoede. Steeds meer ouders kunnen de schoolkosten of de warme middagmaaltijd niet meer betalen.

Daarom is het meer dan ooit nodig om de school echt gratis te maken. De kosteloosheid moet cursusmateriaal, verschillende activiteiten, opvang voor/na schooltijd en tijdens de lunchpauze omvatten.

We beginnen met het volledig gratis maken van kleuteronderwijs voordat we deze kosteloosheid uitbreiden naar andere onderwijsniveaus (basisonderwijs en vervolgens secundair onderwijs). In het basisonderwijs en het secundair onderwijs introduceren we een starterspakket voor alle leerlingen. Ze ontvangen zo gratis het basislesmateriaal dat ze nodig hebben voor de lessen.

De 'boterhamtax', die ouders moeten betalen zodat de kinderen in de kantine kunnen zitten om hun van thuis meegebrachte boterhammen op te eten, geldt voor 85% van de scholen in het Brusselse Gewest. We hebben de afschaffing van deze onrechtvaardige belasting in de gemeentelijke scholen van Molenbeek behaald en willen dat deze overwinning wordt uitgebreid naar alle scholen in de gemeente.

We zullen ervoor zorgen dat een maximum aan buitenschoolse activiteiten (excursies, museumbezoeken, educatieve boerderijen, bioscoopbezoeken) verplicht en gratis wordt. Momenteel zijn het vaak de leraren en oudercomités die activiteiten organiseren om bepaalde buitenschoolse activiteiten te financieren in een geest van solidariteit. We willen dat de gemeente zich meer inzet op dit gebied.

In 2014 beloofde de Socialistische Partij (PS) gratis warme maaltijden voor alle kinderen. Negen jaar en meerdere projectoproepen later is dit nog steeds geen realiteit voor iedereen. In 2023 hebben 28.000 leerlingen van de 900.000 in de Franse Gemeenschap toegang tot deze maaltijden. Dit vertegenwoordigt slechts 3% van de leerlingen. In Molenbeek bieden slechts 10 van de 21 gemeentelijke scholen gratis warme maaltijden aan hun leerlingen, en dit geldt alleen voor kleuterscholen, eerste en tweede studiejaren van de lagere school. Maar studies tonen aan dat één op de vier gezinnen moeite heeft om hun kinderen te voeden. Eén op de vijf gezinnen ziet af van de warme maaltijd die op school beschikbaar is vanwege de prijs. We hebben het over kinderen van alle leeftijden die met een lege maag naar school komen. De kosteloosheid van schoolmaaltijden is mogelijk. Dit gebeurt in Frankrijk en in de Baltische staten. Het is een kwestie van politieke wil. Het is niet omdat de Federatie Wallonië-Brussel de nodige financiering niet toekent dat wij ons hierbij neerleggen. We kunnen beginnen met het aanbieden van een gratis soep aan alle kinderen. We beschikken over drie sociale restaurants die hieraan kunnen bijdragen. We hebben drie markten, meerdere supermarkten en kruideniers die zouden kunnen bijdragen door bijvoorbeeld onverkochte producten aan te bieden.

Wat betreft het informaticamateriaal dat steeds meer aanwezig is in het leven van kinderen, toont een studie uitgevoerd door de Gezinsbond in 2022 aan dat voor de helft van de middelbare scholieren de school vraagt om een computer te bezitten om de lessen te volgen, tegen 13% in het basisonderwijs. Dit informaticamateriaal kost gemiddeld 230 € in het basisonderwijs en tot 300 à 400 € in het secundair onderwijs. Eind 2020 hebben de PS-MR-Ecolo-parlementsleden van de Federatie Wallonië-Brussel scholen toegestaan om leerlingen de kost aan te rekenen voor informatica-apparatuur, wat tot dan toe verboden was.

We besluiten om scholen niet langer toe te staan ouders te vragen informatica-apparatuur aan te schaffen. We zorgen voor een collectieve uitrusting van scholen,  om daadwerkelijk en kosteloos de toegang van elke leerling tot kwaliteitsmateriaal te waarborgen. Zo kan elke leerling zijn werk in de klas uitvoeren met de beste apparatuur en de beste begeleiding.

In Molenbeek wil de huidige meerderheid (PS-MR) deurwaarders sturen naar ouders die schulden hebben bij de schoolkantine. Wij zijn daar fel tegen. Ouders die de schoolkosten niet kunnen betalen - kosten die overigens niet zouden mogen bestaan - moeten worden ondersteund en niet nog meer worden gestraft.

Vijf. Het gebrek aan plaatsen aanpakken en het welzijn van leerlingen verbeteren door nieuwe scholen te renoveren en te creëren

Een plaats vinden in een school is een echte strijd in Brussel. De scholen zijn al jaren overvol. In 2022 waren er bijvoorbeeld 716 plaatsen te kort in het secundair onderwijs in Brussel. In Molenbeek zijn er niet genoeg plaatsen in de scholen op het grondgebied van de gemeente om alle kinderen die daar wonen te kunnen opvangen. Meer dan 15% van de kleuter- en lagere schoolleerlingen moeten naar school in een andere gemeente. De regering van de Federatie Wallonië-Brussel lanceert elk jaar een "oproep tot projecten" om te zien of sommige gemeenten of netwerken bereid zijn om plaatsen te creëren. Sommigen reageren hier graag op, maar de middelen zijn te beperkt. Vooral moet de Federatie Wallonië-Brussel een plan ontwikkelen en, in overleg met de gemeenten, beslissen welke scholen er moeten worden gecreëerd. Men moet niet wachten tot een gemeente of een vzw een project start.

In werkelijkheid, in plaats van nieuwe openbare en kwalitatieve scholen te creëren om aan de behoeften te voldoen, neemt het aantal leerlingen in de bestaande scholen toe. Lokalen worden in tweeën gesplitst en gemeenschappelijke ruimtes zoals speelplaatsen of bibliotheken worden ingekrompen. Resultaat: er zijn niet genoeg plaatsen meer voor leerlingen in de kantine, niet genoeg laboratoria of sportzalen, en niet genoeg toiletten. En vaak in de praktijk explodeert het aantal leerlingen per klas. De gevolgen zijn dramatisch voor de veiligheid en het welzijn van de leerlingen. Maar ook voor de kwaliteit van het onderwijs, die steeds ongelijker wordt.

Voor de PVDA is het hoog tijd voor een langetermijnbeleid. We moeten eerst voldoende scholen creëren om de bevolkingsgroei op te vangen. Het is heel goed mogelijk om de vele lege gebouwen en kantoren in de regio te verbouwen, te renoveren en te herbestemmen. Minister Frédéric Daerden (PS) heeft weliswaar een miljard investering aangekondigd om schoolgebouwen te renoveren, maar er zouden acht of negen nodig zijn om alles in orde te brengen. We investeren de nodige middelen om alle scholen in het Brussels Gewest op de kortst mogelijke termijn te renoveren om de beste leeromstandigheden te garanderen.

Vervolgens moeten we de schade herstellen die is veroorzaakt door jaren van onverantwoord overbevolkingsbeleid van de scholen. Vandaag hebben de gemeentelijke autoriteiten duidelijk niet deze ambitie. Te vaak worden bouwprojecten voor scholen verlaten om vastgoedontwikkelaars te plezieren. Voor hen is het natuurlijk lucratiever om woningen te bouwen, vooral luxe woningen. Met de PVDA willen we een ambitieus plan voor de bouw van nieuwe scholen.

Zes. Elke kind een plaats garanderen in een kwaliteitsvolle school dicht bij huis

Ouders moeten vechten om een "goede" school voor hun kind te vinden. Ze worden tegen elkaar uitgespeeld terwijl ze simpelweg het beste willen voor hun kind. Want met alle netwerken en opties is het onderwijs georganiseerd als een grote markt. In Brussel nog meer dan elders, zorgen de mechanismen van vraag en aanbod voor scholen waar een nog grotere "sociale segregatie" heerst dan in de wijk. Aan de ene kant zijn er de zeer gegeerde scholen: het onderwijsniveau is er hoog, de eisen zijn groot en zijn gebaseerd op het model van de universiteit. Het zijn de best uitgeruste gezinnen die de meeste kans hebben om hun kinderen daar in te schrijven, en vooral om ze daar te houden. Aan de andere kant zijn er de scholen met een "slechte reputatie" waar het onderwijsniveau lager is, waar disciplineproblemen vaak voorkomen en die een meer achtergesteld publiek ontvangen.

Om de basis te leggen voor succes en samenleven, moeten we een einde maken aan de sociale segregatie die door de markt wordt veroorzaakt. We moeten diversiteit organiseren. Onderzoek naar de verschillende onderwijssystemen toont aan: hoe gemengder de scholen en klassen zijn, hoe beter de resultaten, voor alle doelgroepen. Politieke verantwoordelijken hebben deze noodzaak overigens erkend in het beroemde "inschrijvingsdecreet". Maar ze hebben geweigerd om de hervormingen volledig door te voeren en de onderwijsmarkt reëel aan te pakken. Het huidige decreet is onbegrijpelijk voor veel ouders. Het grijpt pas in nadat de inschrijvingsaanvragen het aanbod van een instelling hebben overschreden. En het heeft alleen betrekking op inschrijvingen in het eerste secundair (terwijl de ongelijkheden zich al in het basisonderwijs hebben geïnstalleerd). In plaats van dit totaal ineffectieve, ingewikkelde en stressvolle systeem, willen we een systeem invoeren dat elke leerling een plaats garandeert vanaf de eerste kleuterklas. Een systeem dat de afstand tussen woning en school minimaliseert, terwijl het een gelijkaardige sociaaleconomische verdeling in elke instelling verzekert. Ouders zouden de keuze hebben om de gegarandeerde plaats die hen wordt aangeboden te weigeren en zouden dan zelf een andere school moeten vinden. Onderzoekers van het APED en het GIRSEF hebben aangetoond dat zo'n systeem heel realistisch is: de gemiddelde reistijd zou met 30% afnemen en niet-gemengde scholen zouden verdwijnen! Geen stress, onzekerheid bij het begin van het schooljaar en de loterij van de toekomst van de kinderen meer. Ook geen uitputtende metro-tram-bus of autoritten in de spits meer.

Zeven. De school de missie geven om te werken voor het algemeen belang en voor een echt democratische samenleving

We moeten ook weerstand bieden aan de voortdurende druk van de werkgeverswereld die het onderwijs naar haar eigen belangen wil vormgeven. Het belang van de werkgevers is niet om kritische burgers te vormen die zich bewust zijn van sociale kwesties. Hun belang is om te beschikken over volgzame en aangepaste arbeidskrachten. Ze profiteren van een situatie van massale werkloosheid om de samenleving te laten betalen voor de beroepsopleiding die normaal gesproken hun verantwoordelijkheid is. Om aan de eisen van de werkgevers tegemoet te komen, doet de traditionele politieke wereld zoveel moeite om "alternerend onderwijs" te organiseren of om "stageplaatsen" in veel beroepsopleidingen, en zelfs algemene opleidingen, te promoten. Het zogenaamde "pact van excellentie" neemt volledig de politieke wil aan om het onderwijs te hervormen naar de behoeften van de bedrijfswereld. In een situatie waarin niet voor iedereen banen worden gecreëerd, heeft het beleid van de wedloop naar beroepsopleidingen die door de overheid worden opgelegd, vooral tot gevolg dat de concurrentie tussen alle werknemers toeneemt, uitsluitend ten voordele van bedrijven die steeds veeleisender kunnen zijn, terwijl de lonen dalen. De Europese Commissie en de OESO duwen trouwens in dezelfde richting: "jongeren moeten vaardigheden leren die direct toepasbaar zijn in het bedrijfsleven", "er moet een aanpasbare arbeidskracht worden opgeleid", "onderwijsprogramma's moeten niet worden ontworpen alsof iedereen ze tot het einde moet volgen", en "onderwijs biedt een veel te uitgebreide opleiding voor 40 tot 50% van degenen die ervan profiteren".

Voor ons zijn jongeren niet alleen een groeiende arbeidskracht! Ze zijn bovenal de toekomst van een samenleving die we democratisch willen maken. Daarom hebben ze een degelijke algemene en praktische opleiding nodig, die kritisch denken en burgerschap ontwikkelt, zonder onderscheid van sociale afkomst. We hebben een onderwijs nodig voor het hoofd, de handen en het hart. Een onderwijs gebaseerd op samenwerking, solidariteit en internationalisme, dat jongeren betrekt bij maatschappelijke kwesties en hen actief maakt door hun leerprocessen. Scholen die jongeren bewust maken van gezondheid, sport, cultuur, democratisch debat, via brede maatschappelijke projecten. Scholen die bijvoorbeeld de organisatie door leerlingen van "betrokken kringen" bevorderen. Scholen waar jongeren leren deel te nemen aan besluitvorming. We willen ook jongeren aanmoedigen om deel te nemen aan een Studie Dienst, zoals geïnitieerd door de vereniging SOS Jeunes - Quartier Libre. De Studie Dienst biedt hen de mogelijkheid om enkele uren vrijwilligerswerk te doen om hun gevoel van burgerschap en betrokkenheid te ontwikkelen terwijl ze leren over de sociale werkelijkheid om hen heen.

Ons project is zeer ambitieus. Veel van de huidige problemen kunnen worden opgelost door de manier waarop het onderwijs wordt georganiseerd te veranderen. Maar de school die we nodig hebben om aan onze collectieve uitdagingen te voldoen, vraagt om een echte structurele investering. We moeten vechten om te breken met een systeem dat sinds de jaren 80 het aandeel van het BBP in onderwijs heeft afgebouwd. Een systeem dat, in plaats van de rijkdom die we allemaal produceren te herverdelen, deze concentreert in de handen van een minderheid en ons verhindert om aan onze behoeften van algemeen belang te voldoen. In de kapitalistische samenleving blijft de school altijd een school die werkt voor de rijken, en die niet werkt voor de arbeiders. Maar dankzij de school waarvoor we willen vechten, kunnen we ook de voorwaarden voor onze emancipatie creëren.