Een mobiele gemeente waar elke gebruiker zijn plaats vindt
De stad weer in beweging brengen en ervoor zorgen dat iedereen er op vooruit gaat: dat is de uitdaging van mobiliteit.Wij weigeren de status quo van verkeersopstoppingen, waarbij werknemers moeite hebben om hun werkplek te bereiken of een parkeerplaats te vinden. Er moet weer een vlotte doorstroming komen. Wij weigeren de status quo van verkeersonveiligheid en vervuiling. We moeten ook onze kinderen een veiliger en gezondere omgeving bieden.Maar in plaats van mensen schuldgevoelens te geven en de schuld en de verantwoordelijkheid voor de verkeersopstoppingen in Brussel te individualiseren, kiezen we voor collectieve en openbare oplossingen. We investeren in efficiënt en gratis openbaar vervoer. We stellen (ook geprivatiseerde) parkeerplaatsen buiten de straat open voor de buurtbewoners. We leggen brede voetpaden en vrijliggende fietspaden aan om onze straten veiliger te maken. We verminderen het verkeer voor onze scholen. Kortom, in plaats van huishoudens te bestraffen die de auto nodig hebben om naar hun werk te gaan, maken we alternatieven voor het autogebruik gemakkelijker.In plaats van de bewoners tegen elkaar op te zetten, willen we ze samenbrengen.In plaats van maatregelen op te leggen, zijn we ervan overtuigd dat we door echt te luisteren betere oplossingen kunnen vinden.
Wat wij willen
Eén. Luisteren om samen te brengen in plaats van te verdelen
- We organiseren een grootschalige enquête- en dialoogcampagne in de wijken die betrokken zijn met mobiliteitsveranderingen om de mening van de burgers te verkrijgen.
- We zoeken technische oplossingen met de bewoners om de verschillende soorten mobiliteit met elkaar te verzoenen.
Twee. We voeren een eerlijk, duurzaam en toegankelijk parkeerbeleid
- We beperken de betaalde parkeertijd tot 18.00 uur, in plaats van 21.00 uur zoals nu.
- We zorgen ervoor dat buurtbewoners 's avonds en in het weekend gratis kunnen parkeren in de parkeerplaatsen van supermarkten, bureaus en openbare instellingen.
- We compenseren het verlies van parkeerplaatsen op straat door buurtbewoners toegang te geven tot parkeerplaatsen buiten de straat. Er zijn er meer dan 10.000 in Molenbeek.
- We plafonneren de prijs van de bewonerskaart op maximaal €15, ongeacht het aantal auto's, en passen toegankelijke parkeertarieven toe. We voeren opnieuw “bezoekerskaarten” in tegen democratische prijzen.
- Iedereen met een bewonerskaart moet overal in de gemeente kunnen blijven parkeren zonder te betalen, behalve in commerciële zones (rood). We weigeren de beperking van parkeerzones tot één wijk.
- We schaffen het gebruik van de scan-car af, die burgers op overdreven wijze controleert om zo veel mogelijk boetes te innen.
- Parkeerbeheer moet in handen zijn van de overheid en is niet bedoeld om winst te maken voor de privésector.
Drie. Meer veiligheid, vooral in de buurt van scholen
- We ontwikkelen een verkeersplan om het verkeer bij de schoolpoorten te verminderen. We onderzoeken de realisatie van schoolstraten (straten die gesloten zijn wanneer de school begint en eindigt).
- We zorgen voor de aanwezigheid van gemeentewerkers voor de scholen om de veiligheid van de kinderen te garanderen.
- We begeleiden kinderen bij hun verplaatsingen te voet en per fiets van huis naar school en vanaf de haltes van het openbaar vervoer.
- We garanderen voldoende brede trottoirs en duidelijke signalering in de buurt van scholen.
- We zorgen voor de aanwezigheid van stewards in elk metrostation.
- We pleiten voor het herinvoeren van schoolbussen om kinderen veilig naar school te brengen en autoverplaatsingen voor ouders te vermijden.
- We plaatsen overal verbeterde wegmarkeringen en duidelijke verkeersborden bij oversteekplaatsen om gevaarlijke situaties te vermijden.
- In overleg met de bewoners werken we aan oplossingen om overdreven snelheid te beperken. In de buurt van scholen wordt 20 km/u de regel.
Vier. Gemakkelijke toegang tot zachte mobiliteit en alternatieven voor het gebruik van de auto
- In elke wijk voorzien we gratis toegankelijke en overdekte fietsparkeerplaatsen. Niet iedereen kan een fiets thuis opbergen.
- We beveiligen de fietspaden in onze straten.
- We zorgen voor fietsvakken bij alle kruispunten in de gemeente.
- We herzien gevaarlijke kruispunten en verwijderen gevaarlijke stoepranden. We zorgen voor betere voorrangsborden.
- We plaatsen comfortstroken voor fietsen op kasseiwegen.
- We willen beveiligde parkeerplaatsen voor moto’s, fietsen en steps aan het Weststation en de metrostations om multimodale verplaatsingen te vergemakkelijken.
- We bevorderen de invoering van deelautosystemen in de gemeente.
Vijf. Een gemeente die toegankelijk is voor mensen met beperkte mobiliteit
- We leggen, waar dat nog niet het geval is, voor of zo dicht mogelijk bij elk gezondheidscentrum en in de buurt van elke collectieve infrastructuur van de gemeente een PBM-parkeerplaats aan..
- We voeren een ambitieus beleid voor PBM-plaatsen, niet beperkt tot individuele verzoeken, maar als deel van een collectieve visie op de behoeften.
- We zien er op toe en zorgen ervoor dat elk nieuw project wordt ontworpen met het oog op de toegankelijkheid voor iedereen die zich moeilijk kan verplaatsen.
- We herstellen en herzien de voetpaden om een veilige en inclusieve gebruikservaring mogelijk te maken.
Zes. Kwaliteitsvolle scholen, winkels en openbare diensten in de buurt
- De snelste en meest duurzame verplaatsing is degene die je niet hoeft te maken. Daarom zorgen we ervoor dat je in elke wijk een woning, school, crèche, ontspanning, sportfaciliteiten, winkels en werk kunt vinden.
- We willen nabijheidsdiensten ontwikkelen (postkantoren, bibliotheken, gemeentelijke administratie, winkels...) in de wijken om lange verplaatsingen te vermijden.
- Bij de ontwikkeling van nieuwe woongebieden geven we prioriteit aan toegang tot het openbaar vervoer en nabijheidsdiensten.
- We luisteren naar de burgers en weigeren de verbreding van de Ring, die nog meer auto's zal aantrekken.
Zeven. We pleiten bij Gewest en Federaal voor kwalitatief openbaar vervoer versterken
- We pleiten voor gratis openbaar vervoer in heel het gewest, zoals in andere Europese steden, om gebruikers aan te moedigen het openbaar vervoer te gebruiken.
- We pleiten voor toegang tot alle vervoersnetten zonder extra kosten: MIVB-abonnees moeten alle lijnen van de NMBS, TEC, en De Lijn kunnen gebruiken binnen het Gewest.
- We vragen dat lijnen, dienstregelingen en haltes worden aangepast om verplaatsingen naar industrieterreinen, grote fabrieken en de luchthaven te vergemakkelijken.
- We pleiten voor meer lijnen en een verhoging van de frequentie van de lijnen. Tijdens de spits, waar dit nog niet het geval is, zal minstens elke vijf minuten een tram of bus rijden. Tijdens de daluren zal dit elke tien minuten zijn.
- We vragen de ontwikkeling van buslijnen tussen wijken en directe bus- en tramlijnen tussen de gemeenten zonder omweg via het centrum, vooral in de Noord-Zuid-as (Mettewie).
- We ontwikkelen een grootstedelijk mobiliteitsplan: tram- en buslijnen moeten het centrum van Brussel verbinden met de randgemeenten (Dilbeek, of zelfs Ninove)
- We werken samen met de NMBS om het intra-Brusselse treinaanbod snel te verhogen: het netwerk van kleine Brusselse stations - zoals Weststation - kan gemakkelijk gebruikt worden om gebieden in Brussel te verbinden die slecht bediend worden door de MIVB.
Visie
Hoe kinderen naar school brengen, boodschappen doen, naar het werk of de sportclub gaan, familie bezoeken, enzovoort, zonder uren te verliezen, een fortuin te betalen en zonder je leven of gezondheid te riskeren. Dat is de vraag die iedereen zich elke dag stelt. Dat elke gebruiker dit op de meest efficiënte, economische en duurzame manier kan doen. Dat is de uitdaging van het mobiliteitsbeleid.
Vandaag de dag creëert het mobiliteitsbeleid van de traditionele partijen steeds meer spanningen tussen de verschillende vormen van vervoer. Wij denken dat het juist belangrijk is om beter naar alle bewoners te luisteren en echt democratische processen te organiseren om oplossingen te vinden die mobiliteit voor iedereen mogelijk maken.
We weigeren de elitaire visie die de verantwoordelijkheid voor de immobiliteit individualiseert en denkt dat de oplossingen zullen komen door het gebruik van de auto duurder en moeilijker te maken. We weigeren de conservatieve visie die beweert dat ondanks een groeiende bevolking en meer pendelaars, de mobiliteit en luchtkwaliteit kunnen worden verbeterd zonder onze gewoonten te veranderen.
Bij de PVDA verdedigen we een heel andere visie op mobiliteit. We willen een stad waar zich verplaatsen een recht is dat niet is voorbehouden aan mensen met de grootste portemonnee. We willen een stad waar we de lucht kunnen ademen en waar werknemers geen problemen hebben om hun werkplek te bereiken, waar het verkeer vlot en veilig is, de lucht schoon en de veiligheid van alle verplaatsingen gewaarborgd is.
Een beleid dat - door alternatieven te vergemakkelijken - het autogebruik vermindert. Door te investeren in het openbaar vervoer, door de kwaliteit en de frequentie ervan te verhogen en dit gratis te maken zoals steeds meer steden in Europa doen. Door een stad te creëren waar kwaliteitsvolle scholen, banen en winkels op loopafstand liggen. Waar verplaatsingen te voet of met de fiets veilig kunnenn gebeuren, en indien nodig begeleid voor kleine kinderen op weg naar school.
Deze veranderingen zijn alleen mogelijk met de steun van de bewoners, niet door ze op te leggen. De PVDA wil een gemeente waar de bewoners daadwerkelijk worden geraadpleegd over mobiliteitsplannen. Voor deze plannen worden uitgevoerd, niet achteraf.
Eén. Luisteren om samen te brengen in plaats van te verdelen
Met de Goodmove-plannen hebben we een meerderheid gezien die niet in staat is om naar haar inwoners te luisteren en om een consensus te bereiken tussen de verschillende meningen van de burgers. De PVDA luistert eerst naar de mensen, en beslist dan. De huidige PS-MR-meerderheid doet precies het tegenovergestelde: ze beslissen en leggen op, en daarna leggen ze het uit. En als je het niet eens bent, betekent dit dat je het nog niet hebt begrepen en leggen ze het opnieuw uit. Deze manier van handelen heeft veel schade aangericht.
In de loop van de bestuurstermijn heeft de PVDA gestreden om burgerparticipatie te vragen in de grote projecten over mobiliteit. De meerderheid beslist over plannen vanuit haar kantoor zonder de bewoners te raadplegen, of door te weinig burgers te raadplegen. Bij de PVDA willen we hiermee stoppen en de burgers centraal stellen in onze acties. Burgers raadplegen betekent niet alleen een folder in een brievenbus steken. Het betekent echt naar de mensen toegaan en naar hun zorgen luisteren. Zoals de PVDA heeft gedaan door de mening te vragen van meer dan 1600 Molenbekenaars. We moeten niet bang zijn om mensen bijeen te brengen omdat er tegengestelde meningen zijn. Integendeel, we geloven in de collectieve wijsheid. We zijn ervan overtuigd dat als je mensen samenbrengt en hen de mogelijkheid geeft om de problemen te begrijpen, ze in staat zijn om elkaar te respecteren. Over het algemeen zorgen deze processen voor betere oplossingen, gedragen door een groter aantal mensen.
Deze eenheid is noodzakelijk voor duurzame veranderingen. De afgelopen jaren is dit proces van dialoog en raadpleging te vaak niet gerespecteerd. Ja, dit proces kost tijd, maar we kunnen niet zonder. Elke keer dat het niet gerespecteerd werd, ging er tijd verloren en raakte een dossier geblokkeerd. Een groep burgers probeert een partij te overtuigen, en een andere groep burgers probeert een andere partij te overtuigen. De debatten polariseren en worden partijdig. Op die manier kunnen we geen sereen debat voeren in het collectieve belang. Zonder deze diepgaande eenheid werden maatregelen kort daarna weer ingetrokken. We herinneren ons de paaltjes op het fietspad aan de Gentsesteenweg, de herinrichting van het Hertoginneplein, de schoolstraat aan de Vierwindenstraat en de interventie op het kruispunt Vanderstichelen-Van den Boogaerde in de maritiemwijk.
Er zijn verschillende manieren om de openbare weg te gebruiken, en dus ook verschillende, soms tegengestelde belangen. We moeten daar niet bang voor zijn. Het is bijvoorbeeld duidelijk dat de snelheid van het verkeer in tegenspraak is met de veiligheid van onze kinderen in onze wijken. Er is een echte tegenstelling tussen de ruimte die bijvoorbeeld de donderdagmarkt inneemt en de parkeerplaatsen voor de bewoners. In een stad wordt de openbare ruimte vaak betwist.
We letten erop de openbare ruimte aan te passen aan alle vormen van mobiliteit en er een ruimte voor te voorzien. Waar mogelijk zoeken we technische oplossingen om de verschillende belangen te verzoenen. Soms vereist veiligheid het wegnemen van parkeerplaatsen, bijvoorbeeld net voor of na een zebrapad. We kunnen de weggenomen parkeerplaatsen op straat compenseren door parkeerplaatsen buiten de straat te openen.
Om oplossingen te vinden, moeten we het taboe van de privatisering van de ruimte in de stad durven aanpakken. Waarom moeten 15.000 Molenbeekers 's avonds 30 minuten rondrijden om een parkeerplaats te vinden, terwijl er 15.000 parkeerplaatsen buiten de straat zijn, waarvan 10.000 in grote parkeergarages van bedrijven of kantoren?
Twee. We voeren een eerlijk, duurzaam en toegankelijk parkeerbeleid
Het vinden van een parkeerplaats is bijna onmogelijk geworden in de gemeente. Voor veel autobezitters in Molenbeek is het elke dag een kwestie van geluk om een parkeerplaats te vinden. Dit veroorzaakt verkeer en vervuiling, omdat 30% van het verkeer bestaat uit Brusselaars die rondrijden om een parkeerplaats te vinden. In 2020 gaf de gemeente 16.114 bewonerskaarten en vrijstellingen af, terwijl er slechts 11.984 parkeerplaatsen op straat beschikbaar waren.
Deze discrepantie wordt steeds groter. Het aantal parkeerplaatsen op straat is de laatste jaren drastisch verminderd. We zien steeds meer projecten van de gemeente of het gewest die parkeerplaatsen wegnemen, zoals de 127 plaatsen verloren aan de Picardstraat of de 95 plaatsen aan de Ninoofsesteenweg. Het niet kunnen vinden van parkeerplaatsen is ook nadelig voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur en voor de kleine ondernemers. De parkeerdruk 's avonds en 's nachts ligt boven het gewestelijke gemiddelde (80%) in bijna alle wijken van Molenbeek. De wijken Maritiem, Zwarte Vijvers, Hertogin en Kortenbeek zijn bijna volledig verzadigd (100%).
Als parkeerplaatsen moeten worden weggenomen, moeten ze worden gecompenseerd met gratis toegankelijke parkeerplaatsen buiten de straat voor bewoners. De plaatsen die worden weggenomen aan de Picardstraat ten gunste van de tram moeten worden gecompenseerd met gratis plaatsen buiten de straat bij Tour & Taxis en in de parkeergarages van nabijgelegen supermarkten of kantoren. Volgens cijfers uit 2017 zijn er 600 parkeerplaatsen buiten de straat in de wijk Maritiem.
Er zou geen tekort aan parkeerplaatsen moeten zijn. In feite is er geen tekort aan parkeerplaatsen in Molenbeek. Er is alleen een tekort aan... openbare plaatsen. Er zijn 33.000 parkeerplaatsen in Molenbeek voor 21.593 auto's. Dat betekent: 1,52 parkeerplaatsen per voertuig.
We willen meer plaatsen realiseren door de bestaande parkeerplaatsen buiten de straat gratis toegankelijk te maken voor bewoners. Er zijn er bijna 9000, voornamelijk verdeeld over kantoren, industrie, winkels of sociale woningen (zoals bij Decock). Veel winkels, supermarkten, bedrijven en hotels hebben parkeerplaatsen – vaak op aantrekkelijke locaties – die 's avonds of in het weekend niet worden gebruikt. Omgekeerd zoeken veel mensen op deze tijdstippen een parkeerplaats.
De Match Albert-winkel in Vorst heeft dit begrepen, net zoals de Colruyt van Evere. Zij verhuren hun parkeerplaatsen buiten hun openingstijden. Maar natuurlijk willen deze supermarkten de mensen laten betalen. Wij zullen ons er echter voor inspannen opdat bewoners 's avonds en 's nachts gratis en veilig kunnen parkeren in de parkeergarages van bedrijven, winkels, gemeentelijke diensten en grote particuliere parkeerplaatsen om ruimte op straat vrij te maken.
Dit is dus niet onrealistisch. Als we beginnen met het openen van de parkeerplaatsen van winkels, zoals de supermarkten, 's avonds, zou dit 1.800 extra parkeerplaatsen in de gemeente opleveren. Deze plaatsen moeten worden beheerd door een openbare instantie en niet door een privé-bedrijf.
De gewestelijke BWKLE-wetboek stelt bedrijven die hun parkeerplaatsen delen vrij van de milieubelasting. De gemeentelijke parkeerrelementerling laat bedrijven toe om de belasting op parkeerplaatsen met de helft te verminderen. Deze stimulerende maatregels blijken niet voldoende. We zijn van plan de belasting op parkeerplaatsen van privé-bedrijven te verhogen om hen aan te moedigen om hun plaatsen te openen. Een deel van de opbrengst kan worden gebruikt om de parkeerplaatsen veiliger te maken.
Enerzijds schrappen de gemeente en het gewest parkeerplaatsen, maar anderzijds maken ze parkeren duurder. In de periode 2018-2024 is de bewonerskaart voor huishoudens met 2 auto's gestegen van 50 naar 120€. De kaart voor een derde auto, die eerst van 200 naar 600€ was gestegen, is eenvoudigweg afgeschaft. De gemeente straft zo de bewoners en zelfstandigen die hun auto nodig hebben. We denken aan de werknemers die in slecht bediende industrieterreinen werken, of aan degenen die heel vroeg of heel laat moeten werken. Of aan de 89% van de koppels met kinderen die een auto nodig hebben om hun dagelijkse puzzel op te lossen. Deze belastinggolf moet stoppen en deze oneerlijke belasting moet worden afgeschaft.
Het wordt steeds moeilijker voor de Molenbekenaars om bezoek te ontvangen van hun familie. Vroeger moest je maar tot 18 uur betalen voor parkeren. Familie die 's avonds op bezoek kwam, hoefde niets te betalen. De PS-MR meerderheid heeft besloten dat parkeren nu tot 21 uur betaald moet worden. Vandaag moet je als niet-Molenbekenaar die 's avonds familie in Molenbeek bezoekt, 2,50 euro betalen om te parkeren. Deze beslissing dient alleen maar om meer geld in de gemeentekas te brengen want de parkeerproblemen worden hiermee niet opgelost.
Sinds april 2020 controleren de scan-cars van het agentschap parking.Brussels via nummerplaten of de geparkeerde auto's het juiste tarief hebben betaald voor hun parkeerplaats. Het gebruik van deze onrechtmatige controletechnologie door het Brusselse parkeeragentschap heeft als doel om zo snel mogelijk zoveel mogelijk belastingen op te leggen. Het veroorzaakt ook al enige tijd problemen. De kaarten voor personen met een beperkte mobiliteit en de vrijstellingskaarten voor zorgverleners worden niet herkend door de scan-cars, wat leidt tot onterechte boetes.
Drie. Meer veiligheid, vooral in de buurt van scholen
Onze mobiliteitsgewoonten veranderen, betekent ook alternatieven bieden zodat onze kinderen veilig en zelfstandig naar school kunnen gaan.
Als naar school gaan collectiever wordt, zal de mobiliteit in het algemeen vergemakkelijkt worden en de druk op de ouders lichter worden.
We maken schoolmobiliteitsplannen voor elke school, om de schoolomgeving veiliger te maken. We maken het veiliger en gemakkelijker om te voet, met de fiets, of het openbaar vervoer naar school te komen. We voeren opnieuw “schoolrangen” in, van en naar school. We kunnen ook rangen maken van belangrijke bushaltes naar de school bv.
In sommige gemeenten bestaan ook “fietsmeesters”, die kinderen in groep van en naar school met de fiets begeleiden. Zo kunnen we fietspools oprichten voor schoolgaande kinderen. Fietsen is iets dat kinderen van jongs af aanleren. Het leren fietsen komt op het programma van de sportlessen in elke school van de gemeente, vanaf de kleuterschool.
Vanaf de basisschool zullen scholen begeleide uitstapjes in kleine groepen organiseren om jonge fietsers veilig te leren fietsen in het verkeer en om ze zelfvertrouwen te geven.
We proberen zo het aantal auto’s te verminderen dat kinderen moet afzetten. En we proberen zoveel mogelijk te vermijden dat de auto’s tot voor de schoolpoort rijden. Zo maken we veiliger en propere schoolstraten.
Indien nodig, kunnen we ook voor bepaalde assen schoolbussen om kinderen veilig naar school te brengen. In Wallonië gaan bijna 27.000 kinderen naar school dankzij dit systeem, waarom niet in Brussel?
Vier. Gemakkelijke toegang tot zachte mobiliteit en alternatieven voor het gebruik van de auto
Eind 2020 waren er slechts 15 deelauto's in Molenbeek, vergeleken met meer dan 100 in Schaarbeek of Brussel-Stad. Er zijn slechts 2 stations in Historisch Molenbeek, met zijn 40.000 inwoners, terwijl Koekelberg er 4 heeft voor 20.000 inwoners. De doelstelling van het gewest in 2013 was om in 2020 65 deelauto's te hebben in Molenbeek. Het verschil tussen de ambities en de realiteit laat zien dat de gewestelijke(PS-MR tussen 2014 en 2019 en PS-Ecolo-Defi sinds 2019) en gemeentelijke overheden (MR-Ecolo-CDH tussen 2012 en 2018) het niet belangrijk vonden om alternatieven voor de aankoop van een eigen auto te vergemakkelijken.
Vijf. Een gemeente die toegankelijk is voor mensen met beperkte mobiliteit
Het aantal parkeerplaatsen voor personen met een beperkte mobiliteit (PBM) in de gemeente is onvoldoende. We betreuren dat sommige locaties, die essentieel zijn voor hun welzijn, zoals gemeentelijke diensten, metrostations, gezondheidscentra, sportcentra of andere collectieve infrastructuur, niet systematisch zijn uitgerust met PBM-parkeerplaatsen. Dit gebrek aan parkeerplaatsen vormt een obstakel dat hun toegang tot de collectieve infrastructuur in Molenbeek bemoeilijkt.
Het Ontwerp van Gemeentelijk Parkeeractieplan Parkeren (GPAP) voorziet op korte termijn geen andere maatregelen dan "op aanvraag" te blijven werken voor de uitbreiding van het netwerk van PBM-parkeerplaatsen. We betreuren dat de meerderheid van deze plaatsen voortkomt uit individuele verzoeken en niet uit een bredere visie van de gemeente op de behoeften van haar inwoners. Als we een inclusieve samenleving willen creëren die respect heeft voor ieders behoeften, is het essentieel om het aantal gereserveerde PBM-plaatsen in onze gemeente te herzien.
Zes. Kwalitatieve scholen, winkels en toegankelijke openbare diensten
De snelste en meest duurzame verplaatsing is degene die je niet hoeft te maken. Daarom zorgen we ervoor dat we in elke wijk van Molenbeek een woning, school, crèche, ontspanningsmogelijkeden, winkels en werk kunnen vinden.
We zullen dit principe als uitgangspunt nemen bij de inrichting van het stedelijk gebied. We geven onze stad weer een menselijke schaal. Dit betekent dat in elke wijk basisvoorzieningen aanwezig zullen zijn. Winkels, diensten en medische centra, culturele centra, ontmoetingsplaatsen en groene ruimtes, postkantoren, banken, alles moet op loopafstand beschikbaar zijn. Elke wijk zal voldoende openbare infrastructuur hebben. Elk kind moet dicht bij huis een school, crèche, sportzaal, park, enz. kunnen vinden. Minder verplaatsingen bevorderen een actieve mobiliteit.
We zorgen ervoor dat elk nieuw wijkproject goed aangesloten is met het openbaar vervoer voordat de bouw begint. Vandaag de dag gebeurt het tegenovergestelde: woningen worden gebouwd zonder de vraag te stellen "hoe gaan de nieuwe bewoners zich verplaatsen?". Bijvoorbeeld, in de ontwikkeling van de toekomstige wijk Biestebroeck in Anderlecht, die tussen 12.000 en 15.000 bewoners moet verwelkomen, is nog geen nieuwe openbaarvervoerlijn gepland.
We zullen wijkvergaderingen organiseren om samen met de bewoners te beslissen over de mobiliteitsplannen voor dergelijke projecten voordat ze beginnen.
We zullen ook goederenvervoer per tram, waterwegen en spoorweg invoeren om het vrachtvervoer per vrachtwagen en bestelwagen te beperken. De herinrichting van Schaerbeek Vorming als een multimodaal logistiek station voor goederen kan een belangrijke rol spelen.
Zeven. Pleiten voor de versterking van Kwalitatief openbaar vervoer
Om deze uitdaging aan te gaan, voorzien we onze hoofdstad van efficiënt openbaar vervoer dat veel meer mensen kan vervoeren dan vandaag. We richten ons op alle soorten collectief vervoer: metro, premetro, trams, bussen, ontwikkelen treinen binnen de 19 gemeenten en het GEN (Gewestelijk Expresnet) om de stad te verlaten. We ontwikkelen nachtlijnen en verhogen de frequenties tijdens daluren. We verhogen het aantal lijnen naar de rand en de lijnen die verschillende wijken en gemeenten verbinden, zonder via het centrum te moeten gaan.
Brussel ziet dagelijks meer dan 400.000 pendelaars aankomen en vertrekken, waarvan 250.000 met de auto. Werknemers die meestal uren en uren verliezen in files buiten en binnen Brussel.
Vandaag stoppen de lijnen van de MIVB aan de grenzen van Brussel. De gewesten coördineren hun investeringen niet. Dit alles maakt dat de auto vaak de enige oplossing is om de rand te bereiken vanuit Brussel (en omgekeerd),. De meeste pendelaars die met de auto naar Brussel komen, komen trouwens uit de gemeenten in de Brusselse rand. Mensen die van verder komen, nemen eerder de trein. We willen dus nadenken over mobiliteit in de grootstedelijke zone: niet alleen nadenken over trajecten binnen Brussel, maar ook naar en rond Brussel. We willen tramlijnen ontwikkelen naar de rand. Dilbeek, Zaventem, Vilvoorde, Wemmel, Grimbergen, enz. moeten snel bereikbaar worden met het openbaar vervoer. Door een efficiënt en kwalitatief aanbod, zal het autogebruik afnemen.
In Brussel breiden we ook de tram- en busnetwerken uit en verhogen we hun frequentie. Op dit moment wordt er slechts één nieuwe tramlijn ontwikkeld.
Het is duidelijk dat openbaar vervoer niet alleen efficiënter moet zijn om pendelaars te overtuigen het openbaar vervoer te gebruiken, maar ook veiliger, vooral 's nachts. Vandaag de dag nemen onveiligheid en drugsgebruik in de metrostations alleen maar toe. We moeten opnieuw 's nachts patrouilles in de stations inzetten en het aantal agenten overdag verhogen.
Om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen het gebruik van hun auto verminderen ten gunste van het openbaar vervoer, zouden we, in het gewest, het openbaar vervoer gratis moeten kunnen gebruiken. Vandaag de dag bestaat er in minstens 56 steden in Europa een vorm van openbaar vervoer zonder betaling. Zelfs de stad Parijs overweegt om over te gaan tot gratis openbaar vervoer. De afschaffing van tickets heeft overal geleid tot een spectaculaire toename van het aantal reizigers (Tallinn, Aubagne…). Ter compensatie van het verlies van de ticketinkomsten verdwijnen dan de kosten van de automaten en de ontwaardingssystemen. De controleurs zullen van rol veranderen en begeleiders of informatiepunten in het vervoer worden. Maar het is vooral een kwestie van politieke keuzes: waarin willen we investeren?
De PVDA heeft jarenlang de voortdurende verhoging van de prijs van het vervoer aan de kaak gesteld. De sterkste stijgingen hebben plaatsgevonden onder de meerderheden van PS-Ecolo-CdH. Sinds 2016, en ook dankzij de druk van de PVDA, zijn de tarieven gestagneerd. We zullen in de toekomst inzetten op gratis vervoer, naar het voorbeeld van andere Europese hoofdsteden.
Als noodmaatregel zullen we toegang geven tot alle vervoersnetwerken (De Lijn, TEC, MIVB, NMBS) aan iedereen. Het Brupass-abonnement, waarmee alle vervoermiddelen van alle vervoersmaatschappijen in Brussel gebruikt kunnen worden, zal zonder extra kosten veralgemeend worden. Alleen al met deze maatregel kunnen we ervoor zorgen dat 5% van de verplaatsingen niet meer met de auto, maar met het openbaar vervoer worden gemaakt. Het kost niets, de infrastructuur is er al. De PVDA heeft een resolutie ingediend waarin een abonnement voor iedereen werd gevraagd, maar deze werd door alle andere partijen verworpen.