Molenbeek zonder discriminatie, verenigd in haar diversiteit

Met de PVDA, om alle werkers beter te verenigen in hun diversiteit. Molenbeek is een zeer diverse gemeente. Deze diversiteit is een groot voordeel, zolang we erin slagen om iedereen gelijke rechten en kansen te bieden, waardoor solidariteit boven concurrentie komt. Alles hangt af van wat we ermee doen. Kijk maar naar de Rode Duivels, die beter zijn geworden door Belgen van alle afkomst te integreren met een Jan, een Thibaut, een Marouane, een Kevin, een Romelu, allemaal samen voor hetzelfde doel. Diversiteit is een grote rijkdom. Samen zijn we sterker.Sommige politieke krachten verkiezen te verdelen om te heersen. Extreemrechts sponsort video's van vreselijk geweld om het idee te verspreiden dat 'migratie = geweld'. Rechts zegt tegen Belgen met een migratieachtergrond: "Als het je niet bevalt, hoef je niet in België te blijven." Lees: "Als je niet tevreden bent, ga dan terug naar je eigen land" ... zoals Pierre-Yves Jeholet (MR) zei tijdens de verkiezingscampagne. Of ze proberen het "hoge" Molenbeek tegenover het "lage" te stellen. Anderen, zoals Conner Rousseau (Vooruit), rennen achter rechts aan door een hele laag van arbeiders en inwoners van Molenbeek te stigmatiseren, die nochtans bijdragen aan de economie en onze samenleving., en te zeggen dat "wanneer hij in Molenbeek rondloopt, hij zich niet in België voelt". Terwijl sommige werkers uit de diversiteit al 2-3 generaties Belg zijn, de metro's hebben gebouwd en tijdens de covid werden toegejuicht voor hun essentiële werk. Wat een belediging.Er zijn economische actoren die profiteren van de uitsluiting en discriminatie van bepaalde groepen. Dit komt hen goed uit omdat deze arbeiders geen andere keuze hebben dan lage lonen en onwaardige arbeidsomstandigheden te aanvaarden of te hoge huren te betalen voor een slecht appartement. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is twee derde van de bevolking van migratieachtergrond. De meerderheid van de mensen met een migratieachtergrond is naar Brussel gekomen om te werken. Maar te vaak worden zij nog steeds als tweederangswerknemers beschouwd. Deze werknemers en hun in België geboren kinderen en kleinkinderen kennen een dubbele ongelijkheid: als zonen van arbeiders en als zonen van migranten. Er is de gemeenschappelijke uitbuiting en sociale ongelijkheid. En daarnaast ondergaan zij ook discriminatie en ongelijkheid van rechten, oververtegenwoordiging in precaire banen, het gebrek aan promotiekansen... Deze arbeiders worden ook vaak als tweederangsburgers beschouwd. Dit gebeurt op de huurmarkt, waar tijdens de lockdown de discriminatie tegen mensen met een Noord-Afrikaanse naam 36% bereikte. Dit gebeurt in het onderwijs, waar leerlingen van Noord-Afrikaanse of Sub-Saharaanse afkomst regelmatig naar technische of beroepsopleidingen worden gestuurd. Of in de openbare ruimte, waar ze vaker door de politie worden gecontroleerd. Het risico om in armoede te leven, werkloos te zijn, in een ongezonde woning te wonen of een lager opleidingsniveau te hebben, is veel groter wanneer je niet de 'juiste' huidskleur hebt of wanneer je naam een buitenlandse afkomst suggereert. Racisme is een trieste realiteit. En deze discriminaties verzwakken ons allemaal.Om alle werknemers te verenigen, moeten we de concurrentie wegwerken. We bieden voldoende banen, infrastructuur en onderwijs aan voor alle kinderen, ongeacht hun afkomst of sociale achtergrond. We bestrijden racisme en alle vormen van discriminatie omdat het onaanvaardbaar is dat een deel van de werkende klasse niet dezelfde rechten heeft. We bestrijden racisme, seksisme en homofobie omdat ze ons beletten om samen de echte verantwoordelijken voor onrecht en ongelijkheid te bestrijden. We willen een samenleving die trots is op haar diversiteit en waarin werknemers beseffen hoe schadelijk verdeeldheid is voor hun belangen. We kunnen niet accepteren dat een belangrijk deel van de bevolking en werknemers niet dezelfde rechten heeft. Als werkende klasse hebben we er allemaal baat bij om tegen deze ongelijkheid te vechten.Waar je ook vandaan komt, wie je ook liefhebt of wie je ook bent, je bent welkom in de diverse samenleving die onze gemeente zo rijk maakt. De gemeente heeft een belangrijke rol te spelen bij het op een gelijkwaardige en waardige manier verwelkomen en inclusie van al haar burgers.Om de mentaliteiten te veranderen, een einde te maken aan geweld en discriminatie, en het welzijn van iedereen te bevorderen, is onderwijs essentieel. Net als ouders spelen onze leraren een rol bij het sensibiliseren voor respect, non-discriminatie en de realiteit van onze diversiteit en identiteiten. Hoewel preventie- en sensibiliseringsbeleid prioriteit heeft, moeten we ook frontaal de strijd aangaan tegen elke vorm van discriminatie en tegen racistisch, seksistisch of homofoob geweld dat geen plaats heeft in onze gemeente.

Wat wij willen

Eén. Een gemeente waar iedereen telt

  • We nemen voldoende sociale maatregelen in het "hoge" en "lage" deel (OCMW, sociale huisvesting, openbare tewerkstelling, kwalitatief onderwijs, jeugdhuizen, wijkgezondheidscentra met gratis zorg, enz.) om de concurrentie tussen werkmensen te stoppen.
  • We ontwikkelen projecten om vroegtijdig schoolverlaten te beëindigen zodat de toekomst van elke jongere telt (remediëring, meer begeleiding en ondersteuning in scholen... zie hoofdstuk onderwijs van het programma).
  • We lanceren bewustmakingscampagnes die een positief beeld van migratie uitstralen. De officiële communicatie en die in de openbare ruimte moeten onze diversiteit in haar realiteit weerspiegelen.
  • We "dekoloniseren" de openbare ruimte en doen recht aan de geschiedenis van migratie binnen de schoolprogramma's.
  • We creëren buurtcentra die ontmoetingen bevorderen rond interculturele en echt volkse projecten. We organiseren wijkvergaderingen om samen over projecten te beslissen. We versterken de middelen voor het personeel van deze buurtcentra.
  • We ontwikkelen interculturele en intergenerationele projecten in de openbare huisvesting.
  • We verdedigen een actieve en gelijkwaardige interculturele politiek, met aangepaste locaties voor verschillende traditionele of religieuze feestdagen in de openbare ruimte.
  • We willen de dialoog tussen alle gemeenschappen organiseren, hen betrekken op organisatorisch niveau en maximaal steunen op mensen die bruggen bouwen tussen culturen.
  • We breiden de activiteiten voor kinderen en jongeren in de openbare ruimte uit. Zoals we in Borgerhout hebben gedaan, willen we jonge verantwoordelijken opleiden om deze activiteiten in hun buurt te begeleiden en conflicten te voorkomen door middel van dialoog en vertrouwen.
  • We blijven de bevolking maximaal aanmoedigen om deel te nemen aan het democratische debat. Met name door niet-Belgen met stemrecht aan te moedigen zich in te schrijven als kiezers voor de verkiezingen. We steunen ook burgerinitiatieven zoals 1Bru1Vote: de gemeente moet zich inzetten voor het stemrecht van buitenlanders bij regionale verkiezingen.

Twee. Een gemeente die actief strijdt tegen alle vormen van discriminatie

  • We willen een uitgebreid gemeentelijk actieplan lanceren tegen alle vormen van discriminatie, of ze nu racistisch, seksistisch of homofoob zijn, met concrete doelstellingen en een jaarlijkse evaluatie door actoren uit het maatschappelijk middenveld. Dit plan zal worden uitgevoerd door een gemeentelijke dienst die zich specifiek richt op gelijkheid en diversiteit.
  • We willen dat de gemeente "anti-discriminatietests" organiseert, vooral op de woning- en arbeidsmarkt. We testen alle vormen van discriminatie, of ze nu gebaseerd zijn op huidskleur, handicap of seksuele identiteit. Als de gemeente zelf niet kan sanctioneren, moet zij klacht indienen en systematisch een beroep doen op de bevoegde gewestelijke of federale diensten.
  • De gemeente moet de middelen en campagnes van het verenigingsleven gebruiken om de bevolking breder te sensibiliseren. Zij moet de aanvaarding van diversiteit in de openbare ruimte bevorderen.
  • Wijkagenten, gemeenschapswachten en straathoekwerkers moeten worden opgeleid om te reageren in geval van discriminatie, belediging of intimidatie in de openbare ruimte, om te sensibiliseren, maar ook om te informeren over de sancties waaraan de daders zich blootstellen.
  • Slachtoffers van agressie, discriminatie of intimidatie moeten worden opgevangen, geholpen en ondersteund (psychologisch indien nodig). We voorzien opvangplaatsen en psychosociale begeleiding voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, LGBT+ jongeren en minderjarigen die uit hun ouderlijk huis zijn gezet.
  • We trainen en sensibiliseren het gemeentepersoneel om mensen waardig te kunnen ontvangen in al hun diversiteit, ongeacht hun geslacht, afkomst of seksuele identiteit. Het administratieve en onthaalpersoneel moet worden opgeleid in de nieuwe wetgeving, met name die betreffende transgender-personen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de politiediensten, zodat slachtoffers van discriminatie of geweld waardig worden opgevangen en ondersteund. Dit geldt ook voor de wijkgezondheidscentra in de gemeente.
  • We zetten een gemeentelijk anti-discriminatieloket op waar burgers klacht kunnen indienen en de gemeentelijke diensten voor gelijkheid kunnen verwittigen. De gemeente moet slachtoffers van discriminatie bewust maken van de noodzaak om klachten in te dienen. Administratieve formaliteiten moeten worden vereenvoudigd en anonimiteit moet worden gegarandeerd. Buurtcentra zullen in de wijk als tussenpersoon fungeren naar dit anti-discriminatieloket.
  • We realiseren en voeren een diversiteitsplan uit voor onze openbare en administratieve diensten. We willen dat het gemeentepersoneel en de politie intensief worden gevormd en gesensibiliseerd voor respect voor diversiteit en interculturaliteit. Het gemeentepersoneel moet de diversiteit van de bevolking weerspiegelen. We stellen bindende doelstellingen om een betere representativiteit te garanderen, ook voor verantwoordelijke functies, en nemen positieve maatregelen om dit te bereiken.
  • We voeren anti-discriminatieclausules in bij subsidies en openbare aanbestedingen.
  • De schriftelijke en visuele communicatie van de gemeente moet divers zijn en alle doelgroepen omvatten. Procedures en formulieren worden inclusief gemaakt.
  • We maken een einde aan discriminerende praktijken of regelgevingen zoals het verbod op het dragen van religieuze symbolen.
  • De gemeente neemt actief deel aan ECCAR, de internationale coalitie van steden tegen racisme. Dit is een initiatief van UNESCO om goede politieke ervaringen in de strijd tegen racisme en discriminatie uit te wisselen.
  •  

Drie. De burgers beschermen tegen racistische politieagenten

  • We voeren een nultolerantiebeleid in voor bewezen gevallen van racisme binnen en door de politie. We stellen serieuze, effectieve en snelle sancties in voor degenen die de regels en de wet niet respecteren.
  • We beëindigen sociaal-etnisch profileren: een politiecontrole moet gebaseerd zijn op concrete verdenking en niet op uiterlijk (het beruchte "uitzichtsdelict"). We voeren de verplichting in om een ontvangstbewijs te verstrekken dat de reden van de politiecontrole verklaart.
  • We beschermen politieagenten die misbruik, intimidatie, racistische, seksistische of homofobe gedragingen tegenover collega's en de bevolking durven aan te klagen. We richten een "groene lijn" op om klokkenluiders te beschermen. We moeten garanderen dat ze niet worden bedreigd, overgeplaatst, gedegradeerd, enz.
  • We openen een extern onderzoek in geval van overlijden of ernstig geweld tijdens een politie-interventie. We steunen de oprichting van een onafhankelijk orgaan, met betrokkenheid van de bevolking, dat toezicht houdt op de politie.
  • Voor een representatieve politie werven we meer politieagenten aan die de gebieden waar ze werken goed kennen. We diversifiëren de politie zodat ze de Brusselse bevolking weerspiegelt, met concrete doelen en positieve acties.
  • We maken een bijscholingscyclus verplicht om bewust te maken over diversiteit, antiracisme en de strijd tegen discriminatie.
  • We organiseren regelmatige ontmoetingen tussen politieagenten en jongeren in de zones waar deze agenten patrouilleren, en diepgaande rondleidingen door de wijk met mensen uit het werkveld.

Vier. Leren om verschillen te respecteren en optreden tegen pesterijen

  • Elkaars verschillen leren respecteren. Net als ouders spelen onze leraren een rol om ervoor te zorgen dat elk kind de verschillen van anderen respecteert en zelf gerespecteerd wordt. Elk kind heeft het recht om zich goed in zijn of haar vel te voelen en veilig te zijn. Geen enkel kind mag uitgesloten of gepest worden vanwege zijn afkomst, seksuele identiteit, of omdat het slechts één moeder of twee vaders heeft.
  • Niet geaccepteerd worden omdat je anders bent, kan een negatieve invloed hebben op het welzijn van leerlingen. In ernstige gevallen heeft pesten geleid tot zelfmoord. In onze scholen leren we voor elkaar te zorgen. We voeden op tot verdraagzaamheid. We creëren veilige plekken waar leerlingen kunnen praten over hun verschillen, relaties en emoties, zonder angst om beoordeeld te worden of negatief bekeken te worden vanwege hun verschillen.
  • De lessen moeten inclusief en actueel zijn om beter de realiteit van de samenleving en de natuur te weerspiegelen. Dit geldt voor de gegeven voorbeelden, de opdrachten, maar ook voor de inhoud van wetenschappelijke vakken (vooral biologie).
  • We ondersteunen projecten van leerlingen die willen sensibiliseren tegen alle vormen van discriminatie en geweld, of deze nu racistisch, seksistisch of homofoob zijn.

Visie

In onze gemeente moet iedereen zich thuis voelen, met respect en gelijkheid worden behandeld en dezelfde rechten hebben. Ongeacht onze afkomst, huidskleur, wie we liefhebben of hoe we liefhebben, of we ons man, vrouw of anders voelen: iedereen heeft recht op kwalitatieve en betaalbare huisvesting, veilige mobiliteit in de openbare ruimte, sociale hulp indien nodig, en werk.

We willen de werknemers in onze gemeente verenigen, ongeacht hun afkomst, geslacht of seksuele identiteit. We weigeren het "verdeel en heers"-principe dat mensen tegen elkaar opzet.

In Brussel is 70% van de bevolking van buitenlandse afkomst. Superdiversiteit is een realiteit. Maar om deze diversiteit haar volledige rijkdom voor de samenleving te laten ontplooien, moeten we iedereen gelijke rechten en kansen bieden. Het is ook een kwestie van principes, rechtvaardigheid en gelijkheid.

Dit geldt ook voor de duizenden burgers die zich niet herkennen in het traditionele schema gebaseerd op heteroseksualiteit of de binaire man/vrouw-identiteit die bij de geboorte is toegekend. Deze groep wordt aangeduid met de algemene afkorting LGBT+. Deze seksuele of genderidentiteiten zijn geen keuzes. Iedereen moet zich goed kunnen voelen met zijn identiteit in de samenleving; dat is een voorwaarde voor een leven met voldoening. Met de PVDA willen we een gemeente waar iedereen vrij is om zijn identiteiten ten volle te beleven, zonder sociale druk, zonder discriminatie en zonder geweld.

De afgelopen decennia is er veel juridische vooruitgang geboekt dankzij een goed georganiseerde strijdbeweging. Maar er is nog veel werk. En in de praktijk is het moeilijk om de verkregen juridische gelijkheid effectief te maken.

Discriminatie is nog te vaak een realiteit. Soms wordt werk of een woning geweigerd op basis van vermeende afkomst of seksuele identiteit. Niemand zou racistische beledigingen op straat moeten ervaren. Twee mannen zouden niet bedreigd moeten worden, simpelweg omdat ze hand in hand lopen op straat.

De gemeente heeft belangrijke sleutels in handen om het samenleven in al zijn diversiteit te verbeteren en om de rechten en gelijkheid van iedereen te garanderen. Via haar sociaal beleid, via onderwijs, via haar openbare en administratieve diensten, via sociale huisvesting, via de vitaliteit van haar verenigingsleven en de openbare ruimte. Met de PVDA willen we dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt en een echt actief beleid voert voor gelijkheid in al haar diversiteit.

Eén. Een gemeente waar iedereen telt

We mobiliseren samen om ervoor te zorgen dat ieders rechten worden gerespecteerd: een waardig werk, kwalitatief onderwijs, inspraak, veiligheid, en het beleven van je cultuur met respect voor onze verschillen.

Hiervoor hebben we voldoende sociale voorzieningen nodig in termen van werk, betaalbare (en sociale) huisvesting, onderwijs, taalcursussen voor volwassenen en toegang tot gezondheidszorg. Anders ontstaat er concurrentie tussen mensen. Bij schaarste is er niet genoeg voor iedereen. Deze concurrentie selecteert en verdeelt in plaats van te verenigen. Dit gebeurt wanneer gemeenten en OCMW’s bezuinigen of besluiten om diensten aan de bevolking te beperken om niet "te veel armen aan te trekken". Wij denken dat we deze logica van schaarste moeten omkeren en meer moeten investeren om te voldoen aan de behoeften van de bevolking. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor gelijkheid in diversiteit.

We willen ontmoetingen tussen iedereen bevorderen. We moeten investeren in buurtcentra die volkscultuur in al haar diversiteit ontwikkelen. We hebben plekken nodig die de bewoners zich kunnen toe-eigenen, waar ze deelnemen aan ontmoetings- en uitwisselingsprojecten, vooral in de openbare ruimte, waar vergaderingen worden georganiseerd om samen over gemeenschappelijke projecten te beslissen. De gemeente moet zich voorzien van gemeenschap- en sociaal werkers die geworteld zijn in de diversiteit en hun wijken. Zoals in Borgerhout, waar jonge animatoren de speelpleinen begeleiden zodat iedereen zich er thuis voelt. We stimuleren en ondersteunen projecten die het samenleven bevorderen, in de wijken, sociale woningen, rusthuizen, enz.

Onze gemeente moet haar diversiteit omarmen als een rijkdom en een trots. De officiële communicatie en de communicatie in de openbare ruimte moeten zo divers mogelijk het beeld van de bewoners weerspiegelen. We moeten bewustmakingscampagnes lanceren en elk evenement steunen dat onze diversiteit belicht. We moeten ook de openbare ruimte "dekoloniseren" en recht doen aan de geschiedenis van immigratie, met name in de schoolprogramma's. Het bloed van de gekoloniseerde bevolking was de bron van de rijkdom van de grote Belgische fortuinen. De oprichting van een "Patrice Lumumba Plein" in Brussel-Stad na een lange strijd was slechts een begin. We willen het debat over ons koloniale verleden voortzetten, maar we moeten ook verder gaan in onze gemeenten: het duiden van standbeelden en straatnamen die koloniale figuren verheerlijken, nieuwe standbeelden oprichten en straten en pleinen vernoemen naar Patrice Lumumba, Nelson Mandela of Mohammed Abdelkrim el Khattabi.

Het zijn de arbeiders van immigrantenafkomst, die door bedrijven en de staat naar hier zijn gehaald, die een groot deel van de infrastructuur van ons land hebben gebouwd, zoals de Brusselse metro. Deze geschiedenis van de migratie is veel te weinig bekend. We willen dat de gemeente een belangrijke rol speelt bij het onder de aandacht brengen van onze gemeenschappelijke geschiedenis. Iedereen heeft het recht om zich betrokken te voelen bij kwesties van openbaar belang die door de gemeenschap worden aangepakt. Vooroordelen en andere vormen van racisme moeten worden bestreden. In een gemeente waar iedereen telt, heeft iedereen iets te zeggen en het recht om te spreken. We willen de niet-Belgische inwoners massaal aanmoedigen zich te registreren als kiezers voor de gemeenteraadsverkiezingen. In het Brussels Gewest is slechts 13% van de niet-Belgische kiezers geregistreerd. Gezien de huidige democratische, economische en milieucrisissen denken wij dat het antwoord meer democratische participatie vereist. Veel Brusselaars zonder stemrecht bij de regionale verkiezingen wonen, werken en voeden hun kinderen hier al jaren op. Ze nemen deel aan het leven in hun wijk met hun buren en betalen belastingen. Meer democratische participatie is ook een manier om zich te integreren in bijkomende aspecten van het sociale leven. We steunen burgerinitiatieven zoals "1Bru1Vote": we willen dat de gemeente zich inzet voor het stemrecht van buitenlanders bij de regionale verkiezingen.

Twee. Een gemeente die actief strijdt tegen alle vormen van discriminatie

Iedereen heeft recht op een job, kwalitatief onderwijs en huisvesting. Om deze redenen verzetten we ons tegen elke vorm van discriminatie.

Bijna 4 op de 10 Brusselaars zijn van Afrikaanse, Maghrebijnse of Midden-Oosterse afkomst. Voor hen is het verkrijgen van een woning, een plek in een school naar keuze of een baan te vaak een zware strijd. Ongelijkheden in werkgelegenheid op basis van afkomst hebben volgens Actiris een enorme en structurele dimensie. Het werkloosheidscijfer onder mensen van Maghrebijnse afkomst en Afro-afstammelingen is 3 tot 4 keer hoger dan dat van mensen zonder migratieachtergrond, zelfs met gelijke kwalificaties en diploma's. We kunnen zo'n sociaal fenomeen niet blijven accepteren zonder te reageren. Als je tot deze groep behoort, heeft je kind 1 kans op 3 om onder de armoedegrens op te groeien. Als je naam Arabisch klinkt, heeft je aanvraag voor een woning meer dan 4 op 10 kansen om direct opzij te worden geschoven. Er is dus een diep systemisch en sociaal aspect in de discriminaties die veel Brusselaars ondergaan.

Werknemers van buitenlandse afkomst verdienen 10 tot 25% minder dan werknemers van Belgische afkomst. Er zijn verborgen vormen van racisme die dit verschil in behandeling verklaren. Vooral de onzekerheid van een groot deel van de migrantenbevolking maakt dat deze werknemers moeilijke jobs aanvaarden met slechte werkomstandigheden, lage lonen en onveiligheid. Ze worden nog erger uitgebuit dan de rest van de bevolking. Dit is vooral zichtbaar in de bouw-, horeca- en schoonmaaksectoren. Door het tekort aan werkaanbiedingen is de concurrentie en druk op de arbeidsmarkt zo groot dat werkgevers gemakkelijker de lonen kunnen verlagen. Discriminatie speelt dus een cruciale rol in het kapitalistische systeem: het vergroot de concurrentie tussen mensen en maakt dumping mogelijk om de lonen en arbeidsomstandigheden van de hele bevolking naar beneden te trekken. 

We moeten de diepere oorzaken aanpakken en op grote schaal handelen. We moeten durven ingaan tegen het liberale idee dat de situatie van mensen in de eerste plaats wordt bepaald door individuele verantwoordelijkheid. Naast de strijd tegen discriminatie moeten we ook de strijd tegen racisme aangaan, want dat is een echte plaag. We kunnen het ons niet veroorloven om ons te laten verdelen. We moeten ons verenigen rond de verdediging van onze gemeenschappelijke belangen en tegen het beleid dat verantwoordelijk is voor structurele ongelijkheden en onrechtvaardigheden.

Traditionele politieke verantwoordelijken beperken zich vaak tot verklaringen, goede bedoelingen en halve maatregelen in plaats van de kwestie echt aan te pakken. Er zijn labels gecreëerd, plannen gecommuniceerd en financiële prikkels uitgedeeld aan bedrijven met een "diversiteitsbewust" aanwervingsbeleid.

In 2017 werd een regionale verordening tegen discriminatie opgesteld onder druk van het maatschappelijk middenveld en na een campagne van de PVDA naar aanleiding van de "Samira-Cécile" zaak. De jonge Brusselse lerares Samira solliciteerde voor een job. De directeur van de school antwoordde meteen dat hij haar niet kon ontvangen. Samira besloot niet bij de pakken neer te zitten: de volgende dag stuurde ze een ander CV, met minder kwalificaties en onder de naam Cécile. En wat bleek? "Cécile" kreeg onmiddellijk een enthousiaste reactie van de directeur met uitnodigingen voor een gesprek. Wat Samira deed om de discriminerende praktijken van de werkgever aan te tonen, heet een "testing": het vergelijken van de verschillen in reactie.

Zes jaar nadat deze verordening de mogelijkheid bood aan de regionale inspectie om testings uit te voeren, is de balans dramatisch: de regionale regering organiseerde gemiddeld 2 testings per jaar op de arbeidsmarkt en... geen enkele veroordeling in 6 jaar. Op de huurmarkt zijn testings uitgevoerd, maar er werd geen enkele proactieve testing uitgevoerd en er is geen enkele veroordeling na vastgestelde discriminaties. Het is duidelijk dat al deze maatregelen niet volstonden om het probleem aan te pakken.

De PVDA heeft de druk hoog gehouden: er moeten voldoende financiële en menselijke middelen worden ingezet, er moeten proactieve en systematische testings met sancties worden uitgevoerd, zowel op de huur- en arbeidsmarkt, maar ook bij de toegang tot administratieve, educatieve en gezondheidsdiensten, en bij de toegang tot cafés en nachtclubs.

Daarom heeft de PVDA ook aan de gemeenteraad van Molenbeek voorgesteld dat de gemeente testings zou uitvoeren om discriminatie op te sporen, zoals andere steden in Vlaanderen en Wallonië dit hebben gedaan. We willen een gemeente die samenwerkt met verenigingen die zich inzetten voor integratie door huisvesting (VIH) om testings uit te voeren, bij voorkeur binnen een regionaal kader en met regionale subsidies, maar zo nodig zullen we gemeentelijke testings uitvoeren met eigen middelen. We willen ook die kleine groep eigenaren die blijft discrimineren, ondanks waarschuwingen, kunnen bestraffen.

Op voorstel van de PVDA heeft de gemeenteraad besloten tot de oprichting van een anti-discriminatieloket. Dit werd voor het eerst besloten in 2018. Maar de huidige PS-MR-meerderheid vond het niet belangrijk om hieraan verder te werken. De PVDA moest dus in 2023 terugkomen op dit voorstel en kreeg bijna unanieme steun van de gemeenteraad, met uitzondering van de onthouding van de MR! Dit toont aan dat de MR niet gemotiveerd is om discriminatie te bestrijden. Wij denken dat een dergelijk anti-discriminatieloket de drempel voor slachtoffers van discriminatie om een klacht in te dienen, zal verlagen. Dit loket kan worden ondersteund door de buurtcentra om de verzoeken en meldingen van het werkveld door te geven. Want op dit moment lukt het weinig mensen om klacht in te dienen. De procedures moeten worden vereenvoudigd. Bescherming en anonimiteit moeten worden gegarandeerd voor slachtoffers die daarom vragen. Slachtoffers moeten worden geholpen in plaats van aan hun lot overgelaten of soms zelfs ontmoedigd. Een snelle en effectieve registratie is cruciaal om discriminatie te bestrijden.

De gemeente moet het goede voorbeeld geven en haar verantwoordelijkheid nemen. We willen ook dat het personeel de diversiteit van de bevolking weerspiegelt. De gemeente moet beginnen met de goedkeuring en uitvoering van een diversiteitsplan. Ondanks dat het voorstel van de PVDA om een dergelijk diversiteitsplan op te stellen in 2018 door de gemeenteraad werd aangenomen en ondanks dat een dergelijk plan wettelijk verplicht is, heeft de gemeente Molenbeek in 2024 nog steeds geen diversiteitsplan. Ondertussen hebben de gemeente en haar diensten verschillende racistische incidenten meegemaakt, wat bewijst dat preventief werk meer dan nodig is.

Onze openbare diensten moeten representatief zijn voor de bevolking. Vandaag de dag is dat helaas niet het geval in al onze diensten, vooral als we kijken naar de leidinggevende niveaus. We willen bindende doelstellingen vastleggen om ons personeel op elk niveau van verantwoordelijkheid representatiever te maken. Hiervoor is het nodig om positieve acties te ontwikkelen, door middel van proactieve aanwerving en opleiding.

We koppelen openbare aanbestedingen en subsidies aan een beleid van non-discriminatie door de kandidaten (bedrijven of verenigingen) door een non-discriminatieclausule op te nemen in de regelgeving van openbare aanbestedingen en subsidies.

Om representativiteit van het geheel van de samenleving te waarborgen, schrappen we discriminerende praktijken of voorschriften, waaronder het verbod op het dragen van religieuze symbolen voor gemeentepersoneel. We zijn voor de scheiding van kerk en staat. De overheid en de administratie moeten alle burgers op een neutrale en gelijke manier behandelen. Proselitisme in de diensten is niet aanvaardbaar. Maar het is duidelijk dat rechts, door in te spelen op de angsten van mensen, voorbijgaat aan het feit dat in Vlaanderen, in verschillende steden, ambtenaren met een hoofddoek hun werk zonder problemen doen. In Gent en Mechelen bijvoorbeeld (met liberalen aan de macht) zijn er sinds het einde van het verbod geen klachten gemeld tegen deze ambtenaren. In augustus 2020 heeft de gemeenteraad al besloten om een werkgroep op te richten om het arbeidsreglement van de gemeente in deze zin aan te passen. Tot op heden heeft de PS-MR-meerderheid deze werkgroep nog steeds niet bijeengeroepen. Wederom blokkeert de MR een democratisch genomen besluit van de gemeenteraad.

Op dezelfde manier moeten we de discriminerende praktijk durven herzien waarbij vrouwelijke leerkrachten worden geweigerd omdat ze een hoofddoek dragen. Tegenwoordig hebben sommige klassen maandenlang geen leerkracht. Wat is dan het belangrijkst? Voor ons is het belangrijk dat onze leerlingen les krijgen. De enige acceptabele selectiecriteria zijn de competenties en de bereidheid om alle taken en het volledige leerplan uit te voeren, inclusief begeleiding naar het zwembad bijvoorbeeld. Onze Nederlandstalige scholen hebben deze discriminerende praktijk al opgegeven en hebben daardoor gemotiveerde leerkrachten kunnen vinden.

Op voorstel van de PVDA in 2018 is Molenbeek toegetreden tot ECCAR, de internationale coalitie van steden tegen racisme. Dit is een initiatief van UNESCO om goede ervaringen uit te wisselen in de strijd tegen racisme en discriminatie. Maar de deelname van Molenbeek is niet van de grond gekomen en heeft niet de energie en inspiratie opgeleverd die het zou moeten hebben. Wij denken dat Molenbeek daarentegen actief moet deelnemen en een rol moet spelen in ECCAR.

De PVDA vecht tegen elke vorm van discriminatie, inclusief discriminatie en geweld tegen LGBT+. Afkeurende blikken, beledigingen en zelfs bedreigingen tegen LGBT+-mensen gebeuren in de openbare ruimte, maar ook binnen het gezin of op de werkplek. Dit leidt soms tot fysieke aanvallen en geweld. We willen een samenleving waar iedereen zichzelf kan zijn. Veilig leven is een recht en het is onaanvaardbaar dat LGBT+-mensen momenteel van dit recht worden beroofd en fysiek worden aangevallen wanneer ze zich in de openbare ruimte bewegen. Het is essentieel om preventief te handelen en de mentaliteit diepgaand te veranderen, maar we moeten ook de slachtoffers kunnen ondersteunen, hen recht doen en de daders op een passende manier bestraffen (bij voorkeur "educatieve" sancties in plaats van enkel bestraffende maatregelen). We moeten ervoor zorgen dat iedereen beseft dat er in onze superdiverse samenleving geen plaats is voor discriminatie.

Slachtoffers van agressie, discriminatie of intimidatie moeten worden opgevangen, geholpen en psychologisch ondersteund. Ze moeten ook in contact worden gebracht met experts uit het verenigingsleven.

Te vaak worden LGBT+-jongeren door hun familie op straat gezet. Ze belanden dan in een situatie van grote sociale onzekerheid. Het is essentieel om hen onderdak te bieden, maar ook om effectieve bemiddeling en sociale begeleiding en begeleiding op school te bieden. We moeten de opvanghuizen voor deze jongeren ondersteunen. Ze moeten kunnen rekenen op hulp van het OCMW.

Momenteel dient slechts een kleine minderheid van de slachtoffers een klacht in, omdat deze stap te ingewikkeld of te stigmatiserend blijft. De gemeente moet het publiek bewust maken van de noodzaak om aangifte te doen en alles in het werk stellen om het indienen van klachten te vergemakkelijken: via wijkantennes, wijkagenten, stewards of plaatselijke politiebureaus, onder de best mogelijke omstandigheden. 

Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het onthaal door de politie. Te vaak wordt een slachtoffer dat bijvoorbeeld aangifte doet van een homofobe aanval zonder tact of discretie behandeld, worden er ongepaste vragen gesteld en wordt het verzwarende karakter van de aanval onderschat of zelfs in twijfel getrokken.

De gemeente moet ook haar personeel op het terrein (stewards, straathoekwerkers, wijkagenten, politie) vormen om in de openbare ruimte in te grijpen door middel van dialoog en bemiddeling zodra er een homofobe gedraging plaatsvindt.

De keuze van woorden, tact en inclusieve communicatie (die de diversiteit in al haar aspecten vertegenwoordigt) zijn erg belangrijk. We moeten alle administratieve procedures onder de loep nemen om de processen en formulieren inclusiever te maken. Daarnaast moeten we ook onze brieven, affiches, informatie- en bewustmakingscampagnes volledig inclusief maken, zodat ze de diversiteit van de bevolking op een rechtvaardige manier weerspiegelen.

Drie. Burgers beschermen tegen racistische politieagenten

Het beroep van politieagent is veeleisend en moeilijk. We hebben een politie nodig die de bevolking respecteert en door de bevolking gerespecteerd wordt. We zijn ervan overtuigd dat het niet mogelijk is om veiligheidsproblemen aan te pakken zonder de steun van de inwoners. Daarom is het essentieel om op te komen tegen racistische daden, beledigingen of discriminatie door sommige politieagenten, die het vertrouwen van de bevolking in de politie ondermijnen. Deze racistische daden of soms illegitiem geweld door politieagenten kunnen geen excuus zijn voor geweld tegen de politie. Maar het is duidelijk dat deze beledigingen of dit illegitiem geweld door sommige racistische politieagenten het werk van hun collega's, die hun werk goed willen doen, in diskrediet brengen en soms zelfs deze collega's in gevaar brengen.

Tijdens een teambuildinguitstap op de Lesse op 1 juni 2023 vielen agenten van een interventiebrigade uit de politiezonezone Brussel-West, die zwaar onder invloed waren, een groep tieners uit Molenbeek aan. Deze tieners, voornamelijk van migrantenafkomst met veel nieuwkomers, genoten rustig van een schooluitstap met verschillende begeleiders toen ze werden aangevallen. Deze gewelddaden door de politie zijn bijzonder ernstig (poging tot verdrinking, mishandeling, racistische beledigingen, bedreigingen en intimidaties, poging om de zaak in de doofpot te stoppen, pogingen om leugens naar de pers te lekken, vechtpartijen met collega-politiemensen...) en hebben veel verontwaardiging veroorzaakt bij het schoolpersoneel, de scholieren en hun families, evenals in de publieke opinie. Het is duidelijk dat deze problemen verband houden met een probleem van insubordinatie en soms zelfs verzet tegen hun eigen hiërarchie door een kern van racistische politieagenten.

Dit zijn buitengewoon ernstige recente feiten, maar er zijn veel andere gevallen waarbij racistische opmerkingen zijn gemaakt door agenten in onze politiezone. Een agent publiceerde een advertentie voor kogels met de tekst "Speciaal voor migratie" (2018), agenten die rondlopen met symbolen die geassocieerd worden met extreemrechts of witte suprematie.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben verschillende terugkerende en dodelijke incidenten plaatsgevonden na politie-interventies, zelfs op het politiebureau. In Molenbeek hebben we het overlijden van Soulaïmane meegemaakt, in 2014 bij metro Osseghem. Bij elk dodelijk incident rijzen er vragen over wat er echt is gebeurd, en eisen de nabestaanden gerechtigheid en de waarheid. Het gevoel van onrechtvaardigheid en straffeloosheid is groot, omdat weinig gerechtelijke procedures succesvol zijn. Collectieven ontstaan en beginnen zich te organiseren (Justice pour Mehdi, Justice pour Sabrina et Ouassim, Justice pour Sourour...).

In Molenbeek hebben we gevallen meegemaakt van illegitiem of buitensporig geweld, waarbij de aangehouden persoon en soms ook de politieagenten zelf in gevaar werden gebracht. Zoals de politieagent die een jongere een klap gaf terwijl zijn collega hem aan het fouilleren was (juni 2024), een jongere op een scooter die werd aangereden door een politieauto tijdens een achtervolging (2019), of het geval van Moad in 2018. We vormen politieagenten in het juiste gebruik van fysieke kracht en de wettelijke grenzen, en waar de wet vaag is, geven we een duidelijker kader. Dit beschermt ook de politieagenten bij de uitoefening van hun beroep.

Daarnaast zijn er spanningen door de toename van politiecontroles op basis van uiterlijk. Een deel van onze jeugd wordt onderworpen aan etnisch profileren door openbare autoriteiten in volkswijken, zoals studies van Amnesty International, de Liga voor Mensenrechten en Artsen zonder Grenzen hebben aangetoond. De jongerenbeweging van de PVDA, RedFox, verzamelde tientallen getuigenissen tijdens de zomer en winter van 2020, midden in de Covid-periode, waarin dit fenomeen bijzonder uitgesproken was. Deze willekeurige controles gaan regelmatig gepaard met een vernederende naaktfouillering van jongeren, wiens enige fout is dat ze zwart zijn of van Maghrebijnse afkomst. We verbieden etnisch profileren en discriminerende controles in ons gebied. We voeren een ontvangstbewijs van controle in waarop de reden van de controle wordt vermeld.

We willen een politiekorps dat representatief is voor de bevolking en doen proactieve inspanningen om kandidaten aan te werven die Brussel en onze gemeente kennen. We creëren een diversiteitscel binnen de politie, verantwoordelijk voor een diversiteitsplan, met vakbondsvertegenwoordigers.

Als PVDA willen we een politie die de bevolking dient. Er moet een adequate reactie komen op racistische daden of opmerkingen door politieagenten. Dit is cruciaal om de bevolking te beschermen, maar ook om de vele politieagenten te beschermen die hun werk goed willen doen en lijden onder het groeiende wantrouwen van de bevolking. De ordediensten vertegenwoordigen de staat, hebben het recht om geweld te gebruiken en moeten daarom voorbeeldig zijn en, zoals iedereen, onderworpen zijn aan sancties in geval van wangedrag.

We steunen de oprichting van een onafhankelijk orgaan, met betrokkenheid van de bevolking, dat toezicht houdt op de politie. Dit is een belangrijke eerste stap tegen straffeloosheid en voor betere relaties tussen burgers en politie. Met vertegenwoordiging van politici, advocaten gespecialiseerd in mensenrechten, verenigingen, vakbonden van de politie en vrijwilligers uit de lokale bevolking. Dit orgaan zou klachten kunnen behandelen, bewijsmateriaal centraliseren, enz. De benoeming van een onderzoeksrechter is cruciaal in geval van overlijden na een interactie met de politie om een serieuze en onafhankelijke enquête te garanderen.

Vier. Leren respecteren van verschillen en optreden tegen pesterijen

Respect voor ieders verschillen moet worden aangeleerd. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders, maar ook van onze leraren en scholen om ervoor te zorgen dat elk kind de verschillen van anderen respecteert en zelf gerespecteerd wordt. Elk kind heeft het recht om zich goed in zijn vel te voelen en veilig te zijn, ook op school. In België is 15% van de leerlingen ooit slachtoffer geweest van pesten. Onze scholen hebben daarom de verantwoordelijkheid om pesten aan te pakken, zowel op de speelplaats als op sociale media. Onze jongeren zijn niet immuun voor beledigingen, of deze nu racistisch, homofoob of gericht op hun uiterlijk zijn. Een op de vijf leerlingen is al met racisme op school geconfronteerd. De meeste klachten bij Unia zijn gerelateerd aan racisme en homofobie. België behaalt zeer slechte resultaten op het gebied van mentaal welzijn bij jongeren, vooral bij LGBT+-jongeren. Het risico voor een LGBT+-jongere om een zelfmoordpoging te doen is 2 tot 7 keer hoger dan voor andere jongeren. Ongeveer 20% van de LGBT+-jongeren heeft al een zelfmoordpoging gedaan. Geen enkel kind mag worden uitgesloten of gepest vanwege zijn afkomst, seksuele identiteit of omdat hij/zij slechts één moeder of twee vaders heeft.

In onze scholen leren we voor elkaar te zorgen. We onderwijzen verdraagzaamheid en antiracisme. We creëren veilige ruimtes waar leerlingen kunnen praten over hun verschillen, relaties en emoties zonder angst om beoordeeld te worden omwille van hun verschillen.

De lessen moeten inclusief en actueel zijn om beter de realiteit en diversiteit van de samenleving en de natuur te weerspiegelen. Dit geldt voor de voorbeelden die worden gegeven in geschiedenislessen of wetenschappelijke lessen (vooral biologie).

In onze lessen gaan we niet uit van één cultuur als de enige norm, maar stellen we de bijdrage van alle culturen aan de mensheid voor en bespreken we deze. In de lessen relationele en seksuele voorlichting, aan het einde van de lagere school en in het voortgezet onderwijs, beperken we ons niet tot de reproductieve heteroseksualiteit, maar stellen we de bestaande diversiteit voor.

We betrekken de ouders bij deze aanpak om een vertrouwensband te verzekeren en het belang ervan uit te leggen. De bedoeling is niet om een bepaalde norm op te leggen (of deze nu cultureel of seksueel is). We moeten verdraagzaamheid onderwijzen, jongeren bewust maken van de realiteit van diversiteit en een klimaat van openheid, respect en discussie creëren.

We ondersteunen projecten van leerlingen die willen sensibiliseren tegen elke vorm van discriminatie en geweld, of deze nu racistisch, seksistisch of homofoob is. Pilootprojecten in Vlaanderen, Nederland en veel scholen in de Verenigde Staten hebben geleid tot de oprichting van dergelijke kringen. Jongeren strijden zo concreet tegen discriminatie. Ze creëren een klimaat van verdraagzaamheid dat cruciaal is voor de goede ontwikkeling van iedereen. Bovendien ontwikkelen ze hun gevoel van collectieve betrokkenheid en burgerlijke verantwoordelijkheid. Dit is een essentieel aspect voor de democratische toekomst van onze samenleving. Gemeentescholen kunnen pioniers zijn van deze projecten. Om al deze projecten te realiseren, hebben we een gemeentelijke coördinator nodig om de betrokkenen in het onderwijs te ondersteunen.